Mentorles 15/11

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Ik ben al begonnen met leren
voor de toetsweek

1. JA
2. NEE

Ik weet voor alle vakken wat ik moet leren voor de toetsweek

1. JA
2. NEE

Het is mij gelukt om een samenvatting te maken

1. JA
2. NEE

Ik vond het moeilijk om een samenvatting te maken

1. JA
2. NEE

Ik denk dat ik mijn samenvatting ook echt ga gebruiken bij het leren voor de toets

1. JA
2. NEE

Buitenschoolse activiteiten

Wat?

Naschoolse activiteiten waarmee je kunt ontdekken waar je goed in bent. Bijvoorbeeld dans, theater, podcasts maken of dichten

Wanneer? 

dit verschilt per activiteit

Hoe? 
Aanmelden via het jotform 

https://form.jotform.com/242961262467361  

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Teams in de klas 

• Ik krijg klachten over jullie gedrag op de laptop.
  
  
• Het is NIET de bedoeling om in TEAMS met elkaar te chatten tijdens de les

• Ook in chats waar geen docent of mentor in zit, gedraag je je op een fatsoenlijke manier

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

RTTI

Wat?

• R= reproductie: dat wat je uit je hoofd hebt geleerd 
• T1 = Training ; iets dat je geleerd hebt dat je kan toepassen
• T2 = Toepassen van wat je geleerd hebt in een nieuwe context 
• I = Inzicht 

Waarom? 

Zo weet je meer over wat je kan en wat je nog moeilijk vindt

Hoe? 
Bij elke vraag op een toets staat R, T1, T2 of I

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

OMZA

• Het gaat op school niet alleen om je cijfers 
• OMZA gaat over gedrag
• Dit wordt door alle docenten ingevuld

• O = organisatie: lukt het om op tijd te komen, je spullen/huiswerk mee te nemen etc. 
• M = meedoen: doe je mee in de klas, of ben je vooral met andere dingen bezig?
• Z = zelfvertrouwen: kun je het aan om feedback te krijgen? En doe je daar dan ook wat mee?
• A = autonomie: ben je zelfstandig, kun je op je eigen gedrag reflecteren (= wat je doet en waarom je dingen doet)

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Regels in de toetsweek

1. Je mag tot 30 minuten na het begin van de toets binnen komen, daarna niet meer
2. Je jas en tas zijn buiten het lokaal 
3. Je neemt ALTIJD opgeladen latop, woordenboek, etui mee (laptop leeg? Dan kan je geen toets maken)
4. Je telefoon is OF buiten het lokaal (jas, tas) OF je levert hem bij de docent in 
5. Er komt een toetsopstelling ga uit je zelf op de goede plek zitten
6. Je mag niet praten of spieken (dus: geen briefjes mee etc)
7. Je mag geen spullen delen (zoals potlood of rekenmachine)
8. Je mag niet naar de WC
9. Klaar? Laat dit aan de surveillant (= docent die bij de toets is) weten
10. De surveillant mag geen vragen beantwoorden over de toets
11. Je mag als je klaar bent met de toets niet eerder weg dan dat de surveillant zegt

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Boek kiezen Nederlands

https://form.jotform.com/Mediatheek_mediatheek/ontwerpend-lezen_boeken-kiezen-p2-2 

https://www.lessonup.com/nl/lesson/w3FvKCFDaS7siz4Zo?utm_source=app&utm_campaign=shared-lesson-app&utm_content=1731339573574&utm_medium=shared-link

De planning

1. Maak een lijst van alles wat je moet doen: leren, lezen en maken
2. Schrijf per onderdeel op hoelang je er mee bezig denkt te gaan zijn 
3. Tel alles bij elkaar op, dan weet je hoeveel tijd je kwijt gaat zijn
4. Plan ook wat tijd in voor onverwachtse dingen, zoals onverwacht huiswerk
5. Verdeel het te plannen werk over de planner
6. Nu het moeilijke werk: hou je aan je eigen planner!

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Een samenvatting maken

• Jullie hebben een samenvatting gemaakt

• Hoe is dat gegaan?

• Wat ga je nu vervolgens doen met je samenvatting?

• Is een samenvatting het enige dat je moet leren?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Instructie

1. Lees de tekst eerst een keer goed en aandachtig door.  Bekijk ook de plaatjes als die er zijn
   
   
2. Markeer of onderstreep uit iedere alinea een of twee kernzinnen. Hierin staat het belangrijkste uit deze alinea 
   
   
3. Schrijf nu de kernzinnen die je onderstreept hebt op.
   
   
4. Zet de kernzinnen  in je eigen woorden en gebruik verbindingswoorden of pijlen
   
   
5. Hou de structuur van het boek aan: Neem de titels van paragrafen en tussenkopjes over
6. Check of alles duidelijk is en je niets hebt gemist. 

4. Inclusieve didactiek

De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

Aan de slag

• We kijken eerst dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=h8KXEH4ylgA
  
  
• Je krijgt een tekst. 
• Deze ga je samenvatten door het stappenplan te volgen
• Je levert je samenvatting aan het einde van de les in bij mij

Aan de slag

• Ik ga met een aantal leerlingen 1-op-1 spreken 
• Als je niet bij mij bent, mag je 1 van de volgende dingen doen: 

1. Werken aan je samenvatting 
2. NUMO
3. Werken aan je planning 
4. Leren voor de toetsweek