H4.2 Drie revoluties

H4.2 Drie Revoluties
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • (Korte) Instructie
  • Zelfstandig werken/ lezen/ samenvatten
  • Terugkoppeling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4.2 Drie Revoluties
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • (Korte) Instructie
  • Zelfstandig werken/ lezen/ samenvatten
  • Terugkoppeling

Slide 1 - Slide

Welke omschrijving past het beste bij het begrip "bolsjewieken"?
A
Zelfstandige vrije boer die voor de markt produceert.
B
Socialisme met gemeenschappelijk eigendom van fabrieken.
C
Groep die vindt dat de partij moet afwachten, totdat er voldoende arbeiders zijn waardoor de revolutie vanzelf komt.
D
Groep die vindt dat de partij het voortouw moest nemen om de arbeidersmassa te leiden naar de revolutie.

Slide 2 - Quiz

Welke omschrijving past het beste bij het begrip "anarchisme"?
A
Productiemiddelen zijn gemeenschappelijk bezit. Kleine gemeenschappen besturen zichzelf.
B
Productiemiddelen zijn gemeenschappelijk bezit. De staat bepaalt hoe deze verdeeld wordt.
C
Samenhangend stelsel van ideeën over hoe de maatschappij eruit moet zien.
D
Alle kapitaal, industrie, landbouw en al het geld in handen van de gemeenschap is. Afgedwongen door een revolutie

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 

  • Je kan de gelaagde Russische samenleving beschrijven

  • Je kan hier van uit  de verschillende socialistische en anarchistische stromingen verklaren  

  • Je kan de oorzaken, het verloop en de gevolgen van de twee Russische revoluties beschrijven.

 

Slide 5 - Slide

De Russische Revolutie 1917!
Eigenlijk twee revoluties
- Februari revolutie 
- Oktober revolutie

Slide 6 - Slide

Revolutie 1905 

O: Honger en armoede 

O: Verlies strijd met Japan om Mantsoerije 

Bloedige zondag/ muiterij Potjemkin 
Trotski en Lenin organiseren stakingen

G: Doema opgericht. Weinig te zeggen
G: Trotski en Lenin buitenland




Slide 7 - Slide

Revolutie Februari 1917

O:  WO 1 verloopt slecht, economische crisis, hongersnood 

Opstanden en muiterijen = Nicolaas II treedt af

G: Nieuwe regering onder de socialistisch- revolutionair Kerenski  

Slide 8 - Slide

Revolutie Oktober 1917

O: Het blijft slecht gaan in WO 1

O: Trotski en Lenin terug (steun DU)
Staatsgreep

Kerenski ontsnapt 

Verkiezingen gaan door: 
- 75% voor de sociaal-revolutionaire 
- 25% voor de bolsjewieken

G: Bolsjewieken (communisten) aan de macht 


Slide 9 - Slide

Revolutie 1905
Februari revolutie
Oktober revolutie
Rusland krijgt een parlement
Lenin grijpt de macht
Kerenski wordt regeringsleider
De Tsar treedt af
Rusland verliest strijd met Japan
Mensjewieken stappen op
Bolsjewieken negeren verkiezingsuitslag

Slide 10 - Drag question

"De Russische revolutie was een revolutie van het volk"

Beargumenteer in hoeverre deze stelling klopt

Slide 11 - Open question