Vogelen - les 2

Wat weet je nog van de vorige les ?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WereldorientatieBasisschoolGroep 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je nog van de vorige les ?

Slide 1 - Slide

Wat is ....?
- vogelen
- vogeltelling

Kun je 5 tuinvogels opnoemen?

Slide 2 - Slide

Dat zijn dikke vogels!!!
Hebben ze te veel gegeten? 
Nee hoor, ze hebben een winter verenkleed, een soort wintervacht.

Slide 3 - Slide

Soms vraag ik me af waarom ik hier blijf in de winter. Brrrrr!!!
Eens kijken hoe vogels dat doen....

Slide 4 - Slide

Ik leer het verschil tussen een trekvogel en een standvogel.

Ik weet dat een gans een trekvogel is en goed kan samenwerken.

Slide 5 - Slide

Hallo is er iemand thuis?

Vogels die hier thuis blijven noemen we standvogels.
Dit zijn voorbeelden. 
Weet je nog hoe ze heten?

Slide 6 - Slide

Help de standvogels in de winter. Je kunt een pindaketting maken, kruimeltjes brood of een vetbol maken.
Vergeet het schaaltje water niet!

Slide 7 - Slide

Dit zijn trekvogels
Het wordt te koud om voedsel te vinden. Ze vertrekken en maken een hele lange tocht naar een ander land waar het warmer is; naar het zuiden.

Slide 8 - Slide

Voor sommige vogels is Nederland al veel warmer dan waar ze normaal leven.
Dat is zo bij veel soorten ganzen. Die komen uit het noorden om hier te overwinteren.
Hier kunnen ze nog groen gras vinden om te eten.

Slide 9 - Slide

Een gans is dus ook een trekvogel. Als je ganzen ziet vliegen dan vliegen ze samen in een V vorm.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Ganzen zijn ontzettend goed in samenwerken.
2. Ze vliegen als groep in een V zodat      het ze minder kracht kost.
3. Er is een leider vooraan, maar als          die moe wordt neemt een ander          het over.
4. Als 1 gans ziek wordt en naar                  beneden moet, gaan er altijd 2 met      hem mee. Ze wachten totdat hij            beter is.
1. Samen weten ze beter de weg.
   (ook praten ze met elkaar onderweg.)

Slide 12 - Slide

Wij nemen voortaan de bus!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een standvogel...
A
Staat de hele tijd stil.
B
Blijft op 1 been staan.
C
Blijft op 1 plek wonen.
D
Heeft verstand van dingen.

Slide 15 - Quiz

Een trekvogel vertrekt omdat ....
A
Hij moet op zoek naar eten, ergens anders.
B
Hij het thuis niet meer leuk vindt.
C
Omdat hij is weggejaagd.
D
Hij reist graag.

Slide 16 - Quiz

Ganzen vliegen samen in een V omdat..
A
Ze het gezellig vinden.
B
Het is minder zwaar en ze weten beter de weg.
C
Vliegtuigen ze beter zien.
D
Omdat ze het mooi vinden.

Slide 17 - Quiz

Als een gans ziek wordt dan...
A
Zoekt hij het zelf maar uit.
B
Moet hij naar de dokter.
C
Moet hij heel hard huilen.
D
Gaan er 2 ganzen mee totdat hij beter wordt.

Slide 18 - Quiz

Een gans die de groep leidt en moe is..
A
Wil altijd de baas blijven en voorop vliegen.
B
Moet heel veel geeuwen.
C
Laat het door een ander overnemen.
D
Wordt boos op alle anderen.

Slide 19 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?
Ik weet wat een stand- en trekvogel is.

Vogels die blijven kan ik eten kan geven.



Ganzen zijn trekvogels

Ze kunnen heel goed samenwerken.

Slide 20 - Slide

Zo.. ik ben ook even lekker even in het warme zuiden!

Slide 21 - Slide