H2 - Passé composé

Passé composé
Bonjour!
Prenez vos chromebooks,
le cahier,
un stylo.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Passé composé
Bonjour!
Prenez vos chromebooks,
le cahier,
un stylo.

Slide 1 - Slide

Objectif:
Na deze les weet je hoe je in het Frans kunt vertellen wat je gedaan hebt of meegemaakt hebt. 
Je leert de voltooid verleden tijd.

Slide 2 - Slide

Hoe maak je een passé composé???
  1. hulpwerkwoord être of avoir
  2. stam werkwoord -er
  3. + é

Il a donn + é -> il a donné
1       2       3                        

Slide 3 - Slide

Passé composé van DONNER
J'               ai          donné                                Ik heb gegeven
Tu             as          donné                               Jij hebt gegeven
Il/elle       a            donné                               Hij/zij heeft gegeven
Nous        avons  donné                                 Wij hebben gegeven
Vous         avez     donné                                Jullie hebben gegeven
Ils/elles   ont        donné                                 Zij hebben gegeven

Slide 4 - Slide

Probeer het zelf eens !
  1. Wij hebben gedanst (danser).
  2. Jij hebt gespeeld (jouer).
  3. Zij heeft gepraat (parler).
  4. Zij zijn gebleven (rester).
timer
2:00

Slide 5 - Slide

LET OP !!!
Als je in het Frans ÊTRE gebruikt als hulpwerkwoord, dan kan het zijn dat er achter het voltooid deelwoord nog een extra -e, -s of -es komt. Hiervoor moet je naar het onderwerp kijken...

vwl. enk.  -> +e
mnl. mv.   -> +s
vwl. mv.    -> + es

Slide 6 - Slide

Hij heeft het boek gevonden (trouver)
Il ........ .......... le livre.
A
ai trouvé
B
as trouvé
C
a trouvé
D
ont trouvé

Slide 7 - Quiz

Zij hebben het boek gevonden (trouver)
Ils ........ .......... le livre.
A
ai trouvé
B
as trouvé
C
a trouvé
D
ont trouvé

Slide 8 - Quiz

Wij hebben tv gekeken (regarder)
Nous ........ .......... la télé.
A
ai regardé
B
avons regardé
C
avez regardé
D
ont regardé

Slide 9 - Quiz

Bij onregelmatige ww
Jullie hebben de volgende onregelmatige ww gehad:
AVOIR (hebben), ÊTRE (zijn), FAIRE (doen, maken)

Dit voltooid deelwoord moet je uit je hoofd leren:
gehad = eu
geweest = été
gedaan, gemaakt = fait

Slide 10 - Slide

Ik heb gehad
A
J'ai eu
B
J'ai été
C
J'ai fait
D
J'ai donné

Slide 11 - Quiz

Hij heeft gemaakt
A
Il a eu
B
Il a été
C
Il a fait
D
Il a donné

Slide 12 - Quiz

'hebben' of 'zijn'
  • Gebruik je in het Nederlands 'hebben', dan gebruik je in het Frans 'avoir'. (j'ai parlé=ik heb gepraat)
  • Gebruik je in het Nederlands 'zijn', dan gebruik je in het Frans 'être'. (je suis allé=ik ben gegaan)
  • Uitzondering: être, commencer, réussir & oublier
                                     zijn , beginnen,      slagen  & vergeten
-> je moet de ww 'hebben' en 'zijn' dus uit je hoofd kennen!!!

Slide 13 - Slide

Woordvolgorde
Let op: In het Frans staan de werkwoorden altijd bij elkaar!

vb. J'ai mangé une pizza - Ik heb een pizza gegeten.
        Il a donné un cadeau - Hij heeft een cadeau gegeven.
        Nous avons parlé fort - Wij hebben hard gepraat.


Slide 14 - Slide

Wij zijn geweest
A
Nous avons eu
B
Nous avons été
C
Nous avons fait
D
Nous sommes été

Slide 15 - Quiz

Résumé

Jullie kunnen nu in het Frans vertellen over iets dat je in het verleden hebt gedaan. Je kan op de juiste manier een passé composé maken.

Au travail: Chapitre 1, ex 16a & 16c
Verbuga.eu

Slide 16 - Slide