paragraaf 3.3

Wat is belangrijk voor liberalen?
A
gelijkheid
B
broederschap
C
vrijheid
D
geloof
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Wat is belangrijk voor liberalen?
A
gelijkheid
B
broederschap
C
vrijheid
D
geloof

Slide 1 - Quiz

Wat is belangrijk voor socialisten?
A
gelijkheid
B
broederschap
C
vrijheid
D
geloof

Slide 2 - Quiz

Wat zijn feministen?

Slide 3 - Open question

tips voor de toets
opdracht 2a, 3e, 3f, 3g, 5, 8a, 10

Slide 4 - Slide

ongezond en gevaarlijk werk
  • in de fabrieken was het stoffig, donker, benauwd
  • arbeiders moesten 14 uur per dag voor een zeer laag loon werken
  • machines warenonveilig --> er gebeurden veel ongelukken
  • ook vrouwen en kinderen moesten in de fabrieken werken
  • dor de kinderarbeid gingen kinderen niet naar school
  • niet werken was geen loon --> geen ziektegeld
  • protesteren /staken mocht niet --> je kreeg dan je ontslag

Slide 5 - Slide

liberalen
  • strijden voor vrijheid --.ieder mens mag doen wat hij wil zolang hij / zij zich aan de wet houdt.
  • de overheid moetzich zo min mogelijk bemoeien met de economie en met het leven van de mensen.
  • soms wilden liberalen de armen niet helpen --> mensen moeten op eigen kracht uit de armoede komen
  • sommige liberalen wilden armen wel helpen --> ziekenverzorging / voedsel
  • soms bouwden liberale fabriekseigenaren huizen voor hun arbeiders --> gezonde zrbeiders kunnen beter werken

Slide 6 - Slide

socialisten (1)
  • strijden voor gelijkheid
  • de overheid moet er alles aan doen om het leven van de arbeiders te verbeteren
  • betere werkomstandigheden, betere huizen, hogere lonen, uitkeringen bij ziekte en voor ouderen
  • steden ook voor algemeen kiesrecht --> de arbeiders konden dan op de socialisten stemmen zodat die dit in de Tweede Kamer konden gaan regelen

Slide 7 - Slide

socialisten (2)
  • 1881 --> oprichting SDB (socialistische democratische bond) door Ferdinand Domela Nieuwenhuis
  • later werd de SDAP (sociaal democratische arbeiders partij) de belangrijkste partij
  • na de Tweede Wereldoorlog verdwenen deze partijen en werd de PvdA (partij van de arbeid) opgericht

Slide 8 - Slide

socialisten (3)
  • de katholieken en de protestanten richtten politieke partijen op
  • katholieken --> RKSP
  • protestanten --> ARP
  • ze kwamen op voor de belangen van de katholieken of de protesten
  • probleem: zij vertegenwoordigden zowel armen als rijken --> zij namen dus geen echt standpunt in

Slide 9 - Slide

Aletta Jacobs
streed voor gelijke rechten tussen man en vrouw --> feminisme
  • onderwijs --> ook meisjes mogen naar school en gaan studeren
  • stemrecht --> ook vrouwen krijgen het recht om te stemmen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video