Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
De democratische revoluties in westerse landen als gevolg van discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6
This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
7. Tijd van pruiken en revoluties (1700 - 1800)
Kenmerkende aspecten:
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
De democratische revoluties in westerse landen als gevolg van discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
Slide 1 - Slide
Van Absolutisme naar de Verlichting
1650-1789
Slide 2 - Slide
17e en 18e eeuw:
Ancien Régime
Standensamenleving
Door toename ecnomische macht 3e stand > sociale verhoudingen onder druk
Ook: politieke emancipatie geëeist door 3e stand
Gilden onder druk
Boeren en arbeiders zeer arm
Na de wetenschappelijke revolutie ook:
wetenschappelijk nadenken over maatschappelijke verhoudingen >
rationalisme > Verlichting o.a
Slide 3 - Slide
1. Voltaire
1694 - 1778
tegen godsdienstige dogma's
godsdienstvrijheid
droit divin afgewezen
tegen onwetendheid
verjaagd uit Frankrijk
gewerkt aan het hof van Frederik de Grote:
prestige +
Verlicht Despoot:
'Alles voor het voll, niets door het volk'
Slide 4 - Slide
2. Rousseau
1712 - 1778
'Du contrat social' :
- alle macht is van het volk afkomstig:
- 'volkssoevereiniteit'
- algemene wil is leidend
- volksvertegenwoordiging
Alle mensen zijn gelijk en
moeten geheel vrij zijn in ontwikkeling >
'onderwijs verpest de jeugd'
liefde voor de (ongerepte) natuur ipv
het (verpeste) stadsleven
Slide 5 - Slide
3. John Locke (1632-1704)
Iedereen is gelijk voor de wet
constitutionele monarchie ideaal
bij schenden van het contract >
volk mag de vorst afzetten
4. Montesquieu (1689-1755)
'trias politica' = 3 staatsmachten:
- uitvoerende
- wetgevende
- rechterlijke
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
Wat is Verlichting? > "Durf te denken" (Kant, 1724-1804)
Komt voort uit de wetenschappelijke revolutie > 2 richtingen:
1. empirisme =
kennis op grond van zintuiglijke waarneming
2. rationalisme =
kennis op grond van logisch en verstandelijk redeneren
Gevolg: het ontstaan van het 'Verlichte denken':
allerlei zaken in de samenleving worden ter discussie gesteld o.a:
Slide 8 - Slide
1. Geloof:
mechanistisch wereldbeeld populair
Baruch d'Espinoza (1632 - 1677):
zoon gevluchte Joodse ouders (Portugal)
'God is in alles in de natuur'
'bijbel is een uitvinding van de fantasie'
nadruk op vrijheid van meningsuiting en
democratie (Ethica)
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Voltaire (Francois-Marie Arouet)
1694 - 1778
'Ik zeg wat ik denk'
Bewondering voor:
consitutionele monarchie
(de staat garandeert vrijheid en welvaart) en
religieuze tolerantie
tegen vooroordelen, orthodoxie en:
onwetendheid > anti-democratisch
voorstander van mensenrechten en de rede
deïst ('God is een horlogemaker')
inspirator van Franse Revolutionairen
Slide 11 - Slide
2. Kritiek op de ordening in de samenleving
Verlichte denkers tegen de standenmaatschappij:
ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o.a
recht op vrijheid, leven en bezit
pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid
'Droit Divin' werd verworpen:
John Locke (1632-1704): sprake van een 'sociaal contract' en volk het 'recht op verzet'
Rousseau(1712-1778): idee van 'permanente volkssoevereiniteit':
'de regering is de uitvoerder van de gezamenlijke wil van de burgers'