Puntjes op de 'i

Puntjes op de 'i Nederlands
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Puntjes op de 'i Nederlands

Slide 1 - Slide

Waar heb jij het meeste moeite mee voor je Nederlands examen?
A
De hoofdgedachte of het onderwerp vinden
B
Samenvatten
C
Argumenten of drogredenen
D
Nauwkeurig genoeg lezen

Slide 2 - Quiz

Welke signaalwoorden
ken je al?

Slide 3 - Mind map

Waarom moet je die weten?
1. Soms worden de 9 "verbanden" gevraagd op een examen

2. Zo kun je makkelijker de belangrijkste informatie vinden die je nodig hebt voor je antwoord!

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Examenoverzicht (2021)

Slide 5 - Slide

Markeer in alinea 3 alle signaalwoorden die jullie herkennen.

"Dat verklaart ... maken heeft." (regels 41-63)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Signaalzinnen
Examenoverzicht (2021)

Slide 8 - Slide

De 9 belangrijkste drogredenen:

  • Valse vergelijking
  • Verkeerde autoriteit
  • Onjuist beroep op causaliteit
  • Cirkelredenering



  • Overhaaste generalisatie
  • Persoonlijke aanval
  • Ontduiken van bewijslast
  • Vertekenen van een standpunt
  • Bespelen van het publiek

Slide 9 - Slide

Verkeerde vergelijking
"Ik weet zeker dat het examen Nederlands makkelijk zal zijn; mijn moeder vond hem in haar tijd ook niet moeilijk."

Slide 10 - Slide

Verkeerde autoriteit

Slide 11 - Slide

Onjuist beroep op causaliteit
De stad Hamburg in Duitsland heeft een van de grootste populaties ooievaars in en rond de stad. Daarnaast worden er gemiddeld meer kinderen geboren per 1000 inwoners dan in de rest van Duitsland. Conclusie: baby’s worden gebracht door ooievaars.

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

00:11
Welke drogreden herken je hier?

Slide 14 - Open question

Cirkelredenering
"Kinderen van de middelbare school kunnen niet zelfstandig werken, want ze zijn nog niet volwassen."

Slide 15 - Slide

Vertekenen van een standpunt
Een uitspraak van een ander verdraaien:
A: "Ik vind de corona-maatregelen overdreven."
B: "Dus je vindt dat we allemaal maar moeten stoppen met mondkapjes?"

Slide 16 - Slide

1

Slide 17 - Video

04:30
Op welke drogreden lijkt deze vrouw hier terug te vallen?
A
Bespelen van publiek
B
Argumentum ad hominem
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Verkeerde vergelijking

Slide 18 - Quiz

Ontduiken van bewijslast
Er wordt wel een mening gegeven, maar geen argument. De ander moet maar met een tegenargument komen. 

(...of zich inlezen!)

Slide 19 - Slide

Bespelen van het publiek
"Elk normaal persoon weet toch dat..."

Er is een zekere dreiging: als je toegeeft dat je het niet weet, ben je dus niet normaal.

Slide 20 - Slide

Welke drogreden herken jij als kritische lezer in alinea 7?

Slide 21 - Open question

In alinea 8 wordt uitgelegd waarom leerlingen in het beroepsonderwijs vroeger beter tot hun recht kwamen
dan nu. Hier zie je een 'overhaaste generalisatie'.
Citeer op de officiële manier het zinsgedeelte waar je dat ziet.

Slide 22 - Open question

3 examentips voor Nederlands

Slide 23 - Slide

Tip #1
Maak veel oude examens. De inhoud van de vragen zal elk jaar anders zijn, maar de vorm waarin ze gevraagd worden niet!

Slide 24 - Slide

Tip #2
Lees lange teksten altijd meerdere keren door. Bijvoorbeeld één keer vluchtig en één keer uitgebreid.

Slide 25 - Slide

Tip #3
Pas goed op voor woordoverschrijding en spelfouten. Dat kost je namelijk onnodig punten aftrek.

Slide 26 - Slide