Hst 33 Hoofd- en bijzaken

Leesvaardigheid H33

Hoofd- en bijzaken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid H33

Hoofd- en bijzaken

Slide 1 - Slide

Vorige les 


Hst 32 Leesvaardigheid
'Onderwerp en hoofdgedachte'


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vandaag 
Hst 33 Leesvaardigheid
'Hoofd- en bijzaken'

Wat zijn hoofd- en bijzaken en waar  kun je die aan herkennen. Hoe kun je  je ze onderscheiden in zinnen of  klein stukje tekst 

Nakijken opdrachten H32

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Leerdoelen Hst 33
R: ik weet wat een hoofdzaak en wat een bijzaak is 
T1: Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden
T2: Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn
I: Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

KERNZINNEN
Hierin staat vaak de belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin vaak? In:
  • De 1e zin van een aline.
  • Of de 2e zin van een alinea.
  • Of de laatste zin van de alinea is de kernzin.

De rest van de alinea zijn bijzaken, dit zijn vaak beschrijvingen zoals een toelichting, uitleg en/of voorbeelden

Slide 10 - Slide

dus....
De Hoofdzaak wordt aangegeven door de kernzin: waar gaat die alinea over? Welk deelonderwerp wordt hier behandeld?

Als er verder wordt uitgelegd wat er bedoeld wordt, voorbeelden worden gegeven (denk aan de signaalwoorden hiervoor zie hst 17/18) of andere toelichting wordt gegeven => dan is het  een bijzaak


Slide 11 - Slide

voorbeeld, toelichting







signaalwoord/verbindingswoord = Bij signaalwoorden van een toelichting of voorbeeld wordt er een toelichting of voorbeeld van een uitspraak gegeven om deze uitspraak duidelijker te maken. 
zo
bijvoorbeeld
onder andere
zoals
dat wil zeggen
je moet daarbij denken aan
met andere woorden
neem nou...



Slide 12 - Slide

Samen 
Vraag 2 

blz. 134 

Slide 13 - Slide

Vraag 2 blz. 134 
a. Bijzaak (voorbeelden van soorten chocola)
b. Hoofdzaak
c. Hoofdzaak
d. Bijzaak (uitleg van een situatie waarin brandweer vreesde voor leven)
e. Hoofdzaak 
f. Bijzaak (voorbeelden van soorten strips) 
g. Hoofdzaak
h. Bijzaak (uitleg, en voorbeeld waarom het dus moeilijk is) 

Slide 14 - Slide

Vraag 4 

'Gregory Porter warm en persoonlijk in Carré'
Blz. 135 

timer
5:00

Slide 15 - Slide

Aan de slag 

Maak het oefenblad

Niet af? huiswerk!
(maar moet makkelijk lukken)


Slide 16 - Slide

Vandaag 
Als het goed is, begrijp je nu (een beetje?) wat het verschil is tussen een hoofdzaak en een bijzaak en waar je die kunt vinden in een stuk(je) tekst 

Slide 17 - Slide

Volgende les 


Hst 34 Leesvaardigheid
'Samenvatten'

Slide 18 - Slide