Literatuurgeschiedenis middeleeuwen: Arturromans

Literatuurgeschiedenis middeleeuwen

Arturromans: Ferguut
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Literatuurgeschiedenis middeleeuwen

Arturromans: Ferguut

Slide 1 - Slide

Wat is een verschil tussen Arturromans en Karelepiek?
A
Karelepiek gaat over hoofse liefde.
B
Karelepiek gaat over over trouw aan de leenheer.
C
Arturromans gaan over hoofse liefde.
D
Arturromans gaan over het veroveren van grondgebied.

Slide 2 - Quiz

Welke twee belangrijke functies hadden ridderromans?
A
Vermaak en educatie
B
Vermaak en afschrikken
C
Vermaak en godsdienst verkondigen
D
Afschrikken en educatie

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Opdracht Ferguut

Opdracht 6, bladzijde 28 - 31
Lees of beluister tekst 4 en maak de bijbehorende vragen (vraag 1 t/m 6, blz. 31)

De uitwerking kun je in het volgende onderdeel uittypen en controleren. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 1: Als Ferguut gearriveerd is, probeert hij Galarant ervan te overtuigen van zijn plannen af te zien (r. 59 - 77). Welke vorm van ridderlijk gedrag van Galarant wordt door Ferguut ter discussie gesteld?

Slide 14 - Open question

Opdracht 2: In r. 105 staat dat Ferguut de belediging van Macedone wil wreken. Welke belediging wordt bedoeld?

Slide 15 - Open question

Opdracht 3: In Moriaen (opdracht 3, tekst 2) bedenkt Walewein dat het niet volgens de riddercode is om met twee mannen tegen één te vechten. Hoe denken Galarant en Macedone over deze invulling van de riddercode?

Slide 16 - Open question

Opdracht 4: Leg beargumenteerd uit dat Ferguut gefunctioneerd heeft voor een publiek dat goed bekend is met de feodaliteit.

Slide 17 - Open question

Opdracht 5: Welke drie kenmerken van een Arturroman herken je in dit fragment?

Slide 18 - Open question

Na het volgen van deze les:
A
Begrijp ik wat een dierverhaal is en kon ik de opdracht goed maken.
B
Begrijp ik wat een dierverhaal is, maar had ik (een beetje) moeite met de opdracht.
C
Weet ik nog niet zo goed wat een dierverhaal is en had ik moeite met de opdracht.
D
Snap ik er nog helemaal niets van.

Slide 19 - Quiz

Welke vraag/vragen heb jij nog na het volgen van deze les?

Slide 20 - Open question