Artikel uitleg en zelf schrijven

 Artikel schrijven
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Artikel schrijven

Slide 1 - Slide

Artikel schrijven

Slide 2 - Slide

Lesdoelen Artikel schrijven
Je weet wat een artikel is.
Je weet hoe de opbouw van een artikel er uitziet.
Je kunt een artikel schrijven.

Slide 3 - Slide

Deel 2:  Artikel schrijven

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 8 - Quiz

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk ,slot

Slide 10 - Quiz

Hoe kun je het artikel beginnen?
A
Lieve kindertjes,
B
Mijn naam is...
C
Geachte leerlingen...
D
Hallo

Slide 11 - Quiz

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (en klas)
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 12 - Quiz

Zelf een artikel schrijven 

Je bent gestart met de opleiding beveiliging op het ROC Nijmegen, locatie Boxmeer. Op dit moment vinden de open dagen plaats, zodat de leerlingen van het 4e jaar een keuze kunnen maken. De middelbare school (naam zelf kiezen) vraagt jou om een artikel te schrijven voor hun schoolkrant. Benoem wat de opleiding inhoudt, hoe een week eruit ziet, wat kun je na de opleiding doen, welke vakken krijg je, wat vind je leuk en wat vind je minder leuk?

Slide 13 - Slide

 Controleren
Staan alle punten in het artikel?
Is het foutloos?
Is de volgorde logisch?

Slide 14 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 15 - Slide

werkwoordspelling
werkwoord - en = stam
werken - en = werk
lopen - en = loop
zitten - en = zit

Slide 16 - Slide

persoonsvorm enkelvoud t.t.
ik  stam jij (ik breng, ik vind, breng jij, vind jij)
jij/u stam + t (jij brengt, u vindt)
hij/zij/het stam + t (hij brengt, zij vindt)

Slide 17 - Slide

persoonsvorm meervoud t.t.
wij + hele werkwoord (wij brengen)
jullie + hele werkwoord (jullie vinden)
zij + hele werkwoord (zij werken)

Slide 18 - Slide

persoonsvorm v.t.
' t x-kofschip
                                                                                                enkelv     meerv
laatste letter van de stam wel in 't x-kofschip       te           ten
laatste letter van de stam niet in 't x-kofschip      de           den

Slide 19 - Slide

oefenen
Vervoeg de gegeven werkwoorden in de volgende 10 zinnen:

Slide 20 - Slide

Gisteren ..... (maken) alle leerlingen een toets.

Slide 21 - Open question

Jij ... (worden) volgende week toch vijftien?

Slide 22 - Open question

Dat ... (gebeuren) hier nooit!

Slide 23 - Open question

Gisterenavond ... (branden) alle kaarsjes in de winkelruit.

Slide 24 - Open question

Mijn buren ... (wachten) vorige week meer dan een uur op een taxi.

Slide 25 - Open question

Saskia ...(liken) iedere foto die ze ziet.

Slide 26 - Open question

...(houden) je broer ook van bluesmuziek?

Slide 27 - Open question

Vorige week ...(hoesten) en ...(kuchen) ik veel.

Slide 28 - Open question

Het eten ...(worden) hier bereid met uitsluitend verse producten.

Slide 29 - Open question

Eigenlijk ...(zijn) werkwoordspelling best gemakkelijk!

Slide 30 - Open question

stoten
Ik ............mij heel hard.

Slide 31 - Slide

Samenvatting maken

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Noem 1 ding waar je nog moeite mee hebt

Slide 35 - Open question