Omgaan met verscheidenheid

1 / 16
next
Slide 1: Slide
GodsdienstSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Johannes 1, 43-50
Dit is Filippus. In tegenstelling tot bij de broers Andreas en Petrus, twee leerlingen van Jezus,  kwam Jezus ging zelf naar hem toe. Er staat in de Bijbel: Jezus vond Filippus en zei tegen hem: ‘volg Mij’. Nou, dat deed Filippus en hij was daar zo blij mee dat hij wilde dat ook zijn vriend Nathanaël Jezus zou leren kennen.
Ik ben Nathanaël. Ik zat onder een vijgenboom toen Filippus kwam aangerend. Hij wilde mij heel graag om zelf naar Jezus te gaan kijken en luisteren, maar ik wilde dat eerst eigenlijk niet.  Uiteindelijk ging ik mee om die Jezus te ontmoeten. Die bijzondere ontmoeting veranderde mijn leven.
Waarom zou hij niet mee willen gaan met zijn vriend Filippus? Wat ging er in zijn hoofd om? We lezen het bij Johannes 1, 43-51. Druk op de link.

Slide 3 - Slide

Johannes 1, 43-51
De volgende dag besloot Jezus om naar Galilea te gaan, en daar zag hij Filippus. Jezus zei tegen hem: ‘Kom met mij mee.’ Filippus kwam uit de plaats Betsaïda, net als Andreas en Petrus. Kort daarna zag Filippus Natanaël, en hij zei tegen hem: ‘We hebben de messias gevonden, over wie in de heilige boeken verteld wordt! Het is Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret.’ Maar Natanaël zei: Hoe kan er nu uit Nazaret iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Jezus zag Natanaël aankomen, en hij zei: ‘Dat is nou een echte Israëliet, iemand die altijd eerlijk is.’ Natanaël vroeg: ‘Hoe weet u wie ik ben?’ Jezus zei: ‘Voordat Filippus tegen je sprak, zag ik jou al zitten onder deze vijgenboom.’ Toen zei Natanaël: ‘Meester, u bent echt de Zoon van God! U bent de koning van Israël!’ Jezus zei tegen hem: ‘Geloof je in mij omdat ik wist dat je onder een vijgenboom zat? Je zult nog veel grotere wonderen zien! Luister heel goed naar mijn woorden: Jullie zullen de hemel wijd open zien. En jullie zullen Gods engelen omhoog en omlaag zien gaan, om de Mensenzoon te dienen.’
Stempels?

Slide 4 - Slide

Stempels en discriminatie t.t.v. Jezus
Lucas 18, 13
Een tollenaar was iemand die belasting ophaalde namens de Romeinse overheid. Tollenaars waren niet geliefd. Ze werkten voor de vijand, de Romeinse overheersers en lieten je vaak meer betalen dan nodig was, om winst te behalen. In de Bijbel worden tollenaars vaak zondaars genoemd. Dat Jezus bij een tollenaar, Zacheüs, op bezoek gaat, was in die tijd zeer ongepast.
Mattheüs 19,13-15
Toen de discipelen dachten dat kleine kinderen niet belangrijk waren volgens Jezus, antwoordde Hij als volgt: “Laat de kinderen tot Mij komen.”  In Marcus 10,13-16 lezen we zelfs dat Jezus kinderenzegent en zegt dat je als een kind moet openstaan voor Gods nieuwe wereld.
Johannes 4, 5-43
Jezus rust uit bij een bron in Samaria. Zijn discipelen zijn in de stad eten gaan kopen. Er komt een vrouw water halen. Hij zegt tegen haar: ’Geef mij wat te drinken.’Dit verbaast de vrouw erg. Weet je waarom? Omdat Jezus een jood is en zij is een Samaritaanse. De meeste joden moeten niets van de Samaritanen hebben. Zij willen niet eens met hen praten!
Lucas 5, 12-16
Om zich tegen deze onreinheid te beschermen werden 'melaatsen' uit de gemeenschap gebannen. Men zag ze als ‘levende doden’. Voor joden was melaatsheid de ergste straf die God kon geven en ze werden dus gezien als zondaar en werden niet alleen sociaal, maar ook religieus gediscrimineerd. Dat Jezus een melaatse aanraakte, was dus wel revolutionair! Hij trotseert mogelijke besmetting en overtreedt de voorschriften. . Met zijn gebaar haalt Jezus de melaatse uit de ‘dood’ terug naar het ‘leven’.

Slide 5 - Slide

Werkbladen 

> Trimester 2

>  Die vreemde ander daagt ons uit. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

“The biggest deficit that we have in our society and in the world right now is an empathy deficit. We are in great need of people being able to stand in somebody else’s shoes and see the world through their eyes.”

BARACK OBAMA

Slide 8 - Slide

               Empathie
                                                             = het vermogen om je in te leven in                                                                                            de gevoelens/gedachtegang van anderen 



=>  anderen hun gevoelens en standpunten beter begrijpen
=>  sterke invloed op je gedrag + helpt in de omgang met anderen

Zonder empathie praat je langs elkaar heen en/of ontstaan er conflicten!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De theorie van LEVINAS 

Slide 11 - Slide

Visie van Levinas
naastenliefde     = geen eros      
                                   = omwille van de Ander + recht!

                                       




doet APPÈL 
                 
op het IK
         
ver-ANTWOORD-elijk!?

= heteronomie
je geroepen weten?
= >  blik afwenden of oog hebben voor = resultaat van keuze!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zie ook H5, p. 10

Slide 14 - Slide

De Barmhartige Samaritaan
                          Kernvraag  = Wie is mijn naaste?  
~> Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?

 

                                                                                     


~> wat zijn goede keuzes?
Naastenliefde? 
=> wet volgen
=
houvast

Wie is de naaste geweest van de mens in nood?
 Naastenliefde  =  
> de wet
= eigen verantwoor-delijkheid
Wetgeleerde
Jezus

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video