Les 8 - Hoofdstuk 5

Mens en Activiteit
Hoofdstuk 5
Activiteiten voorbereiden

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mens en Activiteit
Hoofdstuk 5
Activiteiten voorbereiden

Slide 1 - Slide

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
Welke soorten activiteiten er zijn.
Hoe je volgens een vaste methode een activiteit organiseert.
Hoe je publiciteit kunt maken.
Aan het eind van dit hoofdstuk kun je:
Een draaiboek uitvoering maken.
Een begroting maken.
Een flyer of poster maken. 

Slide 2 - Slide

(Re)creatieve activiteiten en doelen stellen


Ontspanning
Ontmoeting
Ontwikkeling
Samenwerken/spelen
Ontdekken waar je goed in bent

Slide 3 - Slide

Doelgroepen

Leeftijd
Aantallen jongens/meisjes
Ontwikkelingsfase
Waar houden deelnemers van?
Culturele achtergrond
Grootte van de groep
Welke ontwikkeling wil je stimuleren
Mogelijkheden en beperkingen

Slide 4 - Slide

Brainstormen en activiteit kiezen

Brainstormen
 Wat ga je organiseren/welke activiteit ga je aanbieden?
Je gaat eerst zoveel mogelijk ideeën bedenken en daarna kies je het beste idee.

Kiezen:
Je kiest een activiteit. Maar hoe doe je dat?
Belangrijkste is dat je idee ook echt uitgevoerd kan worden.

Daar is een hulpmiddel voor namelijk de 5 W’s:
Wie, Wat, Waar, Waarom, Wanneer


Slide 5 - Slide

Activiteitenvoorbereidingsformulier en taakverdeling

Per activiteit leg je het volgende vast:
Omschrijving/uitleg activiteit
Spelregels
Materialen (ook de materialen die je nodig hebt om de ruimte aan te kleden
Locatie/situatie schets

Er zijn verschillende draaiboeken:
Voorbereiding
Uitvoering
Nazorg


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Begroting

Voordat je een activiteit gaat organiseren, kijk je wat het ongeveer gaat kosten.

Een begroting is een overzicht waarin de ontvangsten en uitgaven staan.

Budget
Het budget is een bepaald bedrag dat beschikbaar is om de activiteit te organiseren.




Slide 8 - Slide

maak een berekening van wat de sinterklaasviering gaat kosten.
denk dan aan:
  •  alle kosten van alle knutsel
  • drinken en wat lekkers
  • pepernoten maken
  • zakjes voor de pepernoten 
  • lijm, potloden

Slide 9 - Slide

Communicatie

Wanneer je een activiteit gaat organiseren moet je met verschillende mensen communiceren. 

Met wie ga je communiceren:
Deelnemers
Organisaties
Personeel
Opdrachtgevers
Je communiceert:
Persoonlijk
Op papier
Digitaal



Slide 10 - Slide

Promotie

Verschillende manieren van promotie maken:
Social media
Persbericht
Mond op mond reclame
Televisie/radio
Flyers
Posters


Je moet in ieder geval vermelden:
Naam activiteit, tijd, plaats, voor wie,
wat het kost, de dag waarop het
plaatsvindt.

Slide 11 - Slide

EHBO en veiligheid

EHBO betekent eerste hulp bij ongelukken.
Bij grote activiteiten zorg je dat er altijd iemand met een EHBO diploma aanwezig is

Veiligheid:
Let op de juiste materialen, zorg dat er een verbanddoos is, controleer materiaal .




Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 5 maken en laten aftekenen
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Doelgroepen
Schrijf uit in een Word-bestand: 

Leeftijd
Aantallen jongens/meisjes
Ontwikkelingsfase
Waar houden deelnemers van?
Culturele achtergrond
Grootte van de groep
Welke ontwikkeling wil je stimuleren
Mogelijkheden en beperkingen

Slide 14 - Slide

Als je dit hebt ingevuld:

Brainstormen en activiteit kiezen 
draaiboek maken/taakverdeling 
begroting 

Slide 15 - Slide

Doordraaischema 

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken in het boek 
(af)maken van het boek.
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Dit heb ik deze les geleerd

Slide 19 - Mind map

Je gaat een activiteit organiseren. Het uitwerken van je idee doe je volgens een plan. 
Er zijn vier stappen die je neemt tijdens het uitwerken van je plan.
Zet de stappen in de juiste volgorde.

uitvoeren
terugkijken
nazorg
voorbereiden
1
2
3
4

Slide 20 - Drag question

Welke activiteiten kun je in een leefstijlcentrum organiseren? 
  Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. 

Leefstijlcentrum
een boswandeling
een kookmiddag 
een knutselochtend
een middagje shoppen
een voorleesdag

Slide 21 - Drag question