Introduction-29 aout jusqu'à 2 septembre

1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit blokuur....
1. Hebben we met elkaar kennisgemaakt
2. Weet je hoe dit schooljaar eruit komt te zien
3. Weet je hoe het lesboek eruit ziet en werkt

Slide 2 - Slide

devinez qui je suis.... (mon âge, mes hobbies, mes animaux domestiques...)
raad wie ik ben .....

Slide 3 - Open question

C'est moi: 
1. Je suis fiancée à Simon.
2. J'ai 23 ans. 
3. J'habite à Ede.
4. J'ai plus de 100 poissons et 2 lapins.
5. J'aime jouer aux jeux vidéos, faire de la cuisine et chanter.
6. J'ai une obsession pour les girafes. 


Slide 4 - Slide

Est-ce que tu peux te présenter?

Slide 5 - Open question

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.

Slide 6 - Slide

Mettons-nous d'accord
- Grandes Lignes: cahier d'activités + un petit carnet (notes personnelles)
- Grandes Lignes: en ligne (ELO - Firefox of Chrome)
- Itslearning: Planning-liens-opdrachten - infos pratiques
- Magister: rendez-vous personnels

Slide 7 - Slide

Commençons le ...

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Energizer
 Verzamel per mc de volgende items zo snel mogelijk op de tafel

- Un stylo
- Un livre
- Un sac à dos
- Un portable
- Un élève
- Un ordinateur portable
- Une bouteille d'eau
- Un goûter


Slide 13 - Slide

L'épreuve un: La chanson de l'année 2022
La plus grande salle de concert à ciel ouvert rouvre ses portes avec « LA CHANSON DE L’ANNEE » qui se déroulera cette année dans le cadre somptueux des plages du Mourillon à Toulon.
Un grand show musical en présence de tous les artistes qui ont marqué l’année. Ces stars de la chanson française interpréteront leurs titres.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

L'exercice
Opdracht: Maak jouw keuze bekend, welk nummer krijgt jouw stem voor beste liedje van 2022. Neem een video op waarin jij bekend maakt op welk nummer jij stemt en waarom. Daarnaast laat je ons ook weten welk nummer jouw stem krijgt als beste liedje ooit (vrije keuze).

Slide 16 - Slide

Eisen (1 vd 2)
- Je kiest één nummer van de 13 genomineerde uit.
- Vertel welk nummer je kiest en geef 2 argumenten waarom jij dit nummer uitkiest.
- Daarnaast kies je een nummer naar eigen keuze uit. Presenteer de artiest/groep in minimaal 2 zinnen.
- Leg uit waarom jij dit nummer kiest als beste song ooit met minimaal 2 argumenten.
- Laat een stukje van het nummer horen/zien.

Slide 17 - Slide

Eisen (2 vd 2)
- Je neemt dit in één opname op en doet het uit jouw hoofd. Wanneer de docent twijfels heeft over eventueel voorlezen of knippen = onvoldoende.
-Volg de stappen voor het schrijven van jouw script (dit moet ook zichtbaar blijven in het script document)
Dus je ziet een Nederlandse tekst, een Nederlandse tekst op Franse zinsvolgorde en een Franse tekst.

Slide 18 - Slide

Inleveren:
- Je levert jouw script in in en de opname (twee aparte inleverpunten)

Slide 19 - Slide

Zinsopbouw

Slide 20 - Slide

Zinsopbouw 


Demain,  nous allons manger au restaurant 

Slide 21 - Slide

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.
Mon père va achter une nouvelle voiture.
 

Slide 22 - Slide

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.
Mon père va achter une nouvelle voiture.
Demain mon père va acheter une nouvelle voiture.
 

Slide 23 - Slide

Zinsopbouw
Zet de zinnen in de juiste volgorde:
- [est] [préféré] [quel] [ton sport] [?]
- [par semaine] [je] [quatre fois] [m'entraîne]
- [préfère] [je] [les sports d'équipe]
- [des cours] [tu] [de guitare] [prends] [?]
- [ai] [j'] [un cours] [le mercredi]

Slide 24 - Slide

Zinsopbouw
Zet de zinnen in de juiste volgorde:
- Quel est ton sport préféré ?
- Je m'entraîne quatre fois par semaine.
- Je préfère les sports d'équipe.
- Tu prends des cours de guitare ? / Prends-tu des cours de guitare?
- J'ai un cours le mercredi. 

Slide 25 - Slide

De zinsopbouw blijft hetzelfde!
NE / N'
PAS
PLUS
PAS ENCORE
JAMAIS
RIEN
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 26 - Slide

Zet de woorden in volgorde om een zin te maken.
tu 
préfères
géographie
la 

Slide 27 - Drag question

Zet de woorden in volgorde om een zin te maken.
l'exercice
est
difficile
très

Slide 28 - Drag question

Zet de zin in de juiste volgorde (let op, er is een woord te veel).
woord niet gebruikt
tu 
regardes  
la 
télévision
regardent

Slide 29 - Drag question

Zet deze vraagzin in de juiste volgorde.
tu as
mangé
est-ce que

Slide 30 - Drag question

Zet deze vraagzin in de juiste volgorde.
tu as
mangé
est-ce que
pourquoi

Slide 31 - Drag question

Hoe stelde dit meisje zich voor? Zet in de juiste volgorde

Bonsoir.
je
m'appelle

Juliette

Slide 32 - Drag question

Zet de zin in de juiste volgorde. + zet het vinkje bij de persoonsvorm.
timer
1:00
Lisa
ne
vit
plus
parents
chez
ses

Slide 33 - Drag question

Zet de zin in de juiste volgorde. + zet het vinkje bij de persoonsvorm.
timer
1:00
elle
ne
parle
pas
français

Slide 34 - Drag question

Zet de woorden in de goede volgorde
Je
fais
de la
danse

Slide 35 - Drag question

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Commencez....!
Écoute / Regarde les chansons et fait ton choix.
    Kijk / Luister naar de liedjes en maak jouw keuze.
    Écris ton texte en néerlandais.
    Schrijf jouw tekst in het Nederlands.
    Mets ton texte dans l’orde des phrases françaises.
    Zet jouw tekst in de Franse zinsvolgorde.
    Fait la traduction.
    Doe de vertaling.
    Demande du feedback au prof.
    Vraag feedback aan de docent.
    Fait la présentation!
    Doe de presentatie !


Slide 39 - Slide

Devoirs
Apprendre:
-La phrase
-Vocabulaire Chapitre un A (p.48 WB A)

Faire:
-L’épreuve un

Slide 40 - Slide