OGK 2.4.4 - GGZ - Stemmingsstoornissen

OGK 2.4.4 - GGZ - Stemmingsstoornissen
Welkom
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

OGK 2.4.4 - GGZ - Stemmingsstoornissen
Welkom

Slide 1 - Slide

Programma
Leerdoelen
Terugblik vorige les: 
- individuele opdracht (casus)
- nabespreken opdracht

Theorie/ filmfragmenten / opdrachten / vragen ​
Evaluatie ​

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Jullie kunnen het volgende benoemen: ​

- Drie symptomen van een depressie en bipolaire stoornis​
- Twee oorzaken van een depressie en bipolaire stoornis​
- Drie manieren van behandelen van een depressie en bipolaire stoornis​
- Je houding als verpleegkundige naar iemand met een depressie en bipolaire stoornis​
- Jullie hebben een koppeling gemaakt tussen de theorie en filmfragmenten​

Jullie hebben het volgende gedaan: ​
Effectief gewerkt ​ 








Slide 3 - Slide

Terugblik vorige les
Individueel lezen: Teams: BOL 2.4.2 OGK 
Psychose & Schizofrenie - Casus ​1


Vragen:​
Wat valt je op? ​
Wat denk je dat er aan de hand is? ​
Wat zijn de belangrijkste symptomen? ​
Welke hulp heeft deze zorgvrager nodig op de korte termijn en de lange termijn?​
Wat zou je verpleegkundige bijdrage kunnen zijn op de korte termijn en op de lange termijn? ​






timer
10:00

Slide 4 - Slide

Wat is normale stemming?

Slide 5 - Mind map

‘Normale stemming’ ​

Normaal volgt stemming (verdriet, droefheid, vreugde, enthousiasme) op een gebeurtenis

De stemming past bij deze gebeurtenis, is te begrijpen en gaat na verloop van tijd weer over​



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Mind map

Er is sprake van een probleem als de emoties ......
A
heftiger zijn
B
langduriger zijn
C
anders van karakter zijn
D
niet passen bij de omstandigheden

Slide 8 - Quiz

Welke basisemoties zijn er?

Slide 9 - Mind map

Vier stemmingsperiodes ​


Depressieve periode; gemoedstoestand is ernstig bedrukt​
Manische periode; gemoedstoestand is uitgelaten/ongeremd​
Hypomane periode; gemoedstoestand is uitgelaten/ongeremd maar “mild”​
Gemengde periode; gemoedstoestand wisselt voortdurend​




Slide 10 - Slide