4.1

Rusland wordt communistisch


4.1 Socialisten en anarchisten in Rusland
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rusland wordt communistisch


4.1 Socialisten en anarchisten in Rusland

Slide 1 - Slide

De Russische piramide
De Tsaar

1. Orthodoxe geestelijken
2. Bojaren (= adel)
3. Bourgeoisie, middenstanders
     boeren

De 1e en 2e stand betalen geen belastingen 

Slide 2 - Slide

De Russische piramide (bojaren)
De bojaren helpen de tsaar met regeren, belasting innen en oorlog voeren.

De tsaar en bojaren werden door de kerk beschermd: verzet is daarom onmogelijk.

Houden vast aan het oude systeem. Laten hun vrouwen wel Westerse boeken en mode kopen, maar zien niks in modernisering (in de landbouw).

Slide 3 - Slide

De Russische piramide (boeren)
De boeren (90% van de Russen) wonen in de mir (= dorpgemeenschap) .

Het lijfeigenschap (= soort horigheid) is officieel in 1861 afgeschaft maar heeft weinig veranderd: nog steeds bestaan er herendiensten, betaald de derde stand de belastingen en vragen bojaren hoge pacht.

De boeren worden steeds ontevredener.

Slide 4 - Slide

Noem een oorzaak van de Russische Revolutie.
A
De ongelijke behandeling van de 3e stand
B
Afschaffing van de lijfeigenschap
C
Het hofleven van de tsaar
D
Het moeten leven in de mir

Slide 5 - Quiz

Anarchisme
Anarchisme = socialisme zonder staat (landsbestuur / politie).

Bedenker: Michael Bakoenin (bojaar met 500 lijfeigenen): 

> - Hij wil de staat, tsaar, kerk en privé-bezit afschaffen.
    - Hij wil dat de kleine gemeenschappen (mir)
       zelf beslissen.
Toen zij nauwelijks aanhang kregen, pleegden ze
aanslagen. Dit gaf hen een slecht imago.

Slide 6 - Slide

Narodniki
Narodniki (narod = volk) = Anarchistisch-socialisten die de mir
als de ideale bestuurseenheid zagen.

Aanhangers: Alexander Herzen (intellectuelen / studenten):

> Zien de mir als iets moois (werkt al tijden goed). Worden
bestempeld als 'stadskinderen met vreemde ideeën' en
waarom daarom door traditioneel ingestelde boeren 
uitgeleverd aan de politie.

Slide 7 - Slide

Sociaal-revolutionairen
Socialisten-revolutionairen = Partij die boerensocialisme nastreeft. Boeren zijn volgens hen de motor van een socialistische revolutie (met geweld).

Aanhangers: o.a. Aleksandr Kerenski: 

> Zijn erg tegen modernisering (kapitalisme), willen
kleinschalig socialisme (mir). Zij vormen later deel 
van de mensjewieken (tegenstanders Marxisten).

Slide 8 - Slide

Marxistisch socialisme
Marxistisch socialisme = Socialisme met gemeenschapplijk eigendom van fabrieken invoeren met behulp van revolutie door de arbeidersklasse.

Aanhangers: o.a. Karl Marx (onder), Vladimir Lenin (boven), Josef Stalin: 

> Richten Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij op.
De visie van Marx past niet echt bij Rusland (landbouwstaat), toch overtuigt Lenin in
1903 tijdens partijvergadering in Londen dat de revolutie moet beginnen.

Voorstanders = bolsjewieken (meerderheid)
Tegenstanders = mensjewieken (minderheid)

Slide 9 - Slide

Bij wie hoort:
"Boeren zijn de motor van een socialistische revolutie (met geweld)."
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 10 - Quiz

Bij wie hoort:
"Wij zien de mir als iets moois, dit is voor ons de ideale bestuurseenheid"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 11 - Quiz

Bij wie hoort:
"De arbeidersklasse zal in opstand moeten komen"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 12 - Quiz

Bij wie hoort:
"Onze ideologie wordt ook wel boerensocialisme genoemd"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 13 - Quiz

Bij wie hoort:
"De staat, tsaar, kerk en privé-bezit moet allen worden afgeschaft"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 14 - Quiz

Anarchisten / socialisten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander II (voorganger Nicolaas II):
  • 1861: afschaffing lijfeigenschap zodat de boeren los zouden komen van de bojaren (modernisering dmv staatsleningen). Mislukte.
  • Bouwde fabrieken, mijnen en spoorlijnen (heel vooruitstrevend).
  • Werkomstandigheden in fabrieken even slecht als ervoor als boer. 
    Alexander II is uiteindelijk vermoord door Narodniki.



-Zelfstandige marktgerichte boeren: koelakken. Dit werd door de tsaar gestimuleerd.
-Tsaar probeert de misstanden in de fabrieken te verbeteren.
-Tsaar stimuleert handel, industrie en infrastructuur, (modernisering dmv mijnbouw, spoorwegen en fabrieken)

Slide 17 - Slide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander III (directe voorganger Nicolaas II):
  • Verbood nachtarbeid van vrouwen en kinderen.
  • Werkdagen van maximaal 11,5 uur.
  • Veel productie bedoeld voor de export (inkomsten voor de staat). Zelfs graan, waardoor een misoogst grote gevolgen had (hongersnood).

Sterft in 1894, opgevolgd door Nicolaas II

Slide 18 - Slide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Nicolaas II:
  • 1905: staat na verlies in Russisch-Japanse oorlog toe de Doema (= parlement) op te richten. Liberalen hopen daarmee op democratisering. Daarvan blijkt echter geen sprake: de Doema heeft nauwelijks tot geen invloed op het bestuur.
  • Stimuleert de ontwikkeling van zelfstandige en marktgerichte
    boeren: de koelakken.

Slide 19 - Slide

Oorzaken Russische Revolutie
  • De ongelijke behandeling van de 3e stand (privileges 1e en 2e stand),
  • Het absolutistisch bestuur van de tsaar,
  • Het verlies in de Russisch-Japanse Oorlog (nooit eerder verloor een
      Europees land van een Aziatisch 'minderwaardig' land),
  • En de mislukking van de Doema,
    ...worden de tsaar zeer zwaar aangerekend onder
    de groeiende oppositie. Het is wachten op een
    laatste (grote) misstap van de tsaar...

Slide 20 - Slide

Welke oorzaken van de Russische Revolutie heb je geleerd?
A
Absolutistisch bestuur
B
Onvrede derde stand
C
Doema geen macht
D
Onvrede bojaren

Slide 21 - Quiz

Begrippen uit deze les
  • tsaar
  • bojaren
  • lijfeigene (lijfeigenschap)
  • mir
  • anarchisme
  • socialisme
  • narodniki
  • socialisten-revolutionairen
  • Doema
  • koelakken
  • ideologie
  • marxistisch socialisme
  • Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij
  • bolsjewieken
  • mensjewieken





Slide 22 - Slide

Personen uit deze les

  • Michael Bakoenin
  • tsaar Alexander II
  • tsaar Alexander III
  • tsaar Nicolaas II
  • Karl Marx
  • Vladimir Lenin

Slide 23 - Slide

Jaartallen uit deze les
  • 1861: Afschaffing lijfeigenschap
  • 1881: Narodniki vermoord
    Alexander II
  • 1903: Partijvergadering RSA (Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij) over het begin van de arbeidersrevolutie (splitsing in boljewieken / mensjewieken)

Slide 24 - Slide