This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
8.4
De emancipatiebewegingen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Kenmerkend aspect par. 8.4
De opkomst van emancipatiebewegingen
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat emancipatiebewegingen zijn en kun je herkennen en uitleggen wat feminisme en confessionalisme is.
Slide 4 - Slide
Emancipatiebewegingen:
Is een groep in de samenleving die streeft naar:
gelijkberechtiging (= dezelfde rechten en kansen hebben als andere mensen) en
gelijkwaardigheid (evenveel waard en beloond worden als andere mensen)
Slide 5 - Slide
Paragraaf 8.5 De Sociale Kwestie
Slide 6 - Slide
Feminisme
Het opkomen voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen.
Slide 7 - Slide
0
Slide 8 - Video
Gaston
It's not right for women to read.
Soon she starts getting ideas and thinking....
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Feminisme in de 19e eeuw
Streefde naar gelijke behandeling van vrouwen t.o.v. mannen.
Feministen kwamen voornamelijk uit de hogere burgerij, bijv.
Aletta Jacobs
Slide 11 - Slide
Feminisme
Streeft naar gelijke behandeling tussen man en vrouw
bijvoorbeeld: kiesrecht en het recht op hogere scholing
Vooral populair onder de hogere burgerij (want zij hoefden niet te werken, maar mochten niks)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Aletta Jacobs
Bekendste feministevan Nederland
Wat deed zij?
Eerste vrouw die afstudeerde aan een universiteit (geneeskunde), hoe?
Vroeg toestemming aan minister Thorbecke
Antwoord gericht aan ...?
Haar vader
Proefperiode 1 jaar
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht.
Slide 14 - Slide
Wilhelmina Drucker
Buitenechtelijke dochter, schande!!
Armoede
Achterstelling, wat doet dat met haar?
Juist gemotiveerd!!
Al snel politiek actief: bezoeken vergaderingen
Oprichter Vrije Vrouwen Vereeniging → Later Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
'Dolle Mina', militante acties voor gelijke positie vrouw.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Confessionalisme
Politiek die uitgaat van het geloof
Bestaande uit protestanten en katholieken
Probleem: Industriële samenleving / liberalisme had tot gevolg dat geloof steeds minder belangrijk werd
Verenigen zich in politieke partijen tegen de liberalen
Slide 17 - Slide
Protestanten
Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen, maar geen algemeen stemrecht
Slide 18 - Slide
Katholieken
RKSP & KVP
Herman Schaepman
Achtergestelde groep (veel katholieken in het Zuiden). Willen zelfde rechten als protestanten.
Vanaf 1848 groeien zij in aantal: door de nieuwe grondwet was er vrijheid van geloof en vrijheid van onderwijs.
Slide 19 - Slide
Schoolstrijd
Gelovigen mogen school stichten, maar....?
Liberale regering betaalt alleen neutraal openbaar onderwijs.
Kuyper → handtekeningenactie tegen schoolwet
Confessionelen en socialisten verenigen hun wensen --> Pacificatie van 1917
Slide 20 - Slide
1917
grondwetswijziging
(Pacificatie 1917)
Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel Openbaar- als Bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid
Er komt Algemeen Kiesrecht voor mannen (vanaf 23 jaar)
( actief en passief)
Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)
Slide 21 - Slide
Belangrijke begripen, personen en jaartallen
feminisme
Alletta Jacobs en Wilhelmina Drucker
confessionelen
Kuyper - protestanten
Schaepman - katholieken
schoolstrijd Pacificatie van 1917
algemeen kiesrecht
Slide 22 - Slide
Oefenen met bronnen
Slide 23 - Slide
1. De man op de tekening probeert te verhinderen dat vrouwen het kiesrecht zullen krijgen. Is de tekenaar het met de man eens? Gebruik elementen uit de prent in je antwoord. (2p) 2. Zal de man, volgens de tekenaar, succesvol zijn in zijn streven? Licht je antwoord toe. (1p)
Slide 24 - Open question
Is deze tekenaar voor of tegen het vrouwenkiesrecht? Welk argument gebruikt de tekenaar? (1)
Slide 25 - Open question
Is deze tekenaar voor of tegen het vrouwenkiesrecht? Licht je antwoord toe. (1).
Slide 26 - Open question
Wanneer werd de Schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919
Slide 27 - Quiz
Deze vraag gaat over de schoolstrijd in Nederland.
Over de betaling van de overheid van welke type onderwijs ging de schoolstrijd?
A
het speciaal onderwijs
B
het liberaal onderwijs
C
het bijzonder onderwijs
D
het openbaar onderwijs
Slide 28 - Quiz
Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
A
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
B
1. kiesrecht mannen,
2. nieuwe koning, en
3. nieuw kiesstelsel
C
1. kiesrecht mannen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
D
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw parlement
Slide 29 - Quiz
Welke combinatie is onjuist?
A
Schaepman - confessionalisme
B
Thorbecke - liberalisme
C
Drucker - feminisme
D
Kuyper - Socialisme
Slide 30 - Quiz
Hieronder zie je 3 opmerkingen.
1. streefde naar meer gelijkheid. 2. streefde naar meer vrijheid. 3. streefde naar gelijke rechten voor vrouwen.
Welke politiek-maatschappelijke beweging hoort bij elke opmerking?
A
1. feminisme, 2. liberalisme, 3. socialisme
B
1. liberalisme, 2. socialisme, 3. feminisme.
C
1. socialisme, 2. feminisme, 3. liberalisme
D
1. socialisme, 2. liberalisme, 3. feminisme.
Slide 31 - Quiz
Welke veranderingen ontstonden er door de Pacificatie van 1917?
A
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
B
kiesrecht mannen, nieuwe koning en nieuw kiesstelsel
C
kiesrecht mannen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
D
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw parlement
Slide 32 - Quiz
Welke vrouwelijke arts voerde actie voor het vrouwen kiesrecht?
A
Aletta Jacobs
B
Suze Groeneweg
C
Rita Verdonk
D
Wilhelmina
Slide 33 - Quiz
Nederland kreeg haar eerste grondwet in:
A
1814
B
1848
C
1887
D
1917
Slide 34 - Quiz
Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuypers
D
Thorbecke
Slide 35 - Quiz
In dit jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd; ook vrouwen mochten stemmen
A
1917
B
1918
C
1919
D
2015
Slide 36 - Quiz
In 1887 kwam er een grondwetswijziging. Om te stemmen moest je nu beschikken over:
A
Kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand
B
Kentekenen van geschiktheid en diploma's
C
Diploma's en maatschappelijke welstand
D
Diploma's en de leeftijd 25
Slide 37 - Quiz
In dit jaar werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd
A
1914
B
1915
C
1916
D
1917
Slide 38 - Quiz
Zo heet het recht om gekozen te mogen worden
Slide 39 - Open question
Tot 1887 mocht je alleen stemmen als je genoeg geld had. Dit heette het ...