Wat = opdrachten van paragraaf 1.6 blz 28. Opgaven 1 t/m 11
Hoe = Samen met je buurman. Ik loop langs wanneer je vragen hebt
Hulp = Je kan hiervoor de theorie uit je boek gebruiken.
Tijd = 10 minuten de tijd.
Klaar = Bijwerken paragraaf 1.1 t/m 1.5, rekentrainer op blz 35 of nakijken