Weer en klimaat H1

1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lesplanning 31-08
 Terugkijken op 1.1 (eerlijk naar jezelf, heb je alles gemaakt?)
 Begrippenoverzicht (welke moet je kennen/kunnen?)
 Uitleg/aantekeningen 1.3
 werken aan: 1.3 opdr 1a/c+2+3+4+5a/b+6+8

Huiswerk
Di 1  sept
Afmaken 1.3 (alle opdrachten komen in SOM)


Slide 9 - Slide

Begrippen 1.1
Weer
                                                                   Uv-Straling 
Zonkracht
                                                        Bewolkingsgraad 
Klimaat
                                                              Klimaatfactoren 
Breedteligging
                                               Hoogteligging 
Gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 10 - Slide

Begrippen 1.2
Temperatuur
Thermometer
Schaal van Celsius
Isothermen
Zoninvalshoek

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Begrippen 1.3
Luchtdruk - Barometer
Isobaar - Lagedrukgebied/minimum
Wind - Hogedrukgebied/maximum
Depressie - Schaal van Beaufort
Windkracht - Windsnelheid
Windrichting  - Windroos
Zeewind/aanlandige wind - Landwind/aflandige wind

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Weer en klimaat in nederland 1.3
Luchtdruk en wind
  • Stijgende lucht = lagedrukgebied of minimum
  • Dalende lucht = hogedrukgebied of maximum 

Wind -> verplaatsing van lucht van een gebied met hoge druk naar een gebied met lage druk
(zie fig 10 drukgrodels en verdere uitleg 1.5) 

Depressie = lagedrukgebied -> ontstaat bij botsing warme en koude lucht

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Weer en klimaat in Nederland 1.3
Windkracht, windsnelheid en windrichting
  • Isobaren -> dicht bij elkaar = harde wind (grote verschillen in luchtdruk)
  • Windkracht wordt uitgedrukt in Beaufort (0 = windstil,12= orkaankracht)
Wrijving van wind ontstaat bij obstakels in het landschap -> wind zal afremmen

Windrichting
-> zie je in een Windroos 
  •  Aanlandige (zee)wind en aflandinge (land)wind

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide