vóór de Eerste Wereldoorlog: 1
kort na de Eerste Wereldoorlog: 2
B
vóór de Eerste Wereldoorlog: 2
kort na de Eerste Wereldoorlog: 1
C
vóór de Eerste Wereldoorlog: 3
kort na de Eerste Wereldoorlog: 2
D
vóór de Eerste Wereldoorlog: 3
kort na de Eerste Wereldoorlog: 1
Slide 11 - Quiz
Bekijk de bron:
Naar welke aspect van de tijd van wereldoorlogen verwijst de bron?
Kies uit de opties het beste antwoord!
A
Het inzetten van tanks om grote delen buiten Europa te veroveren.
B
De vergevorderde oorlogsindustrie van Duitsland waardoor dat land aan het begin van de oorlog de overhand had.
C
Het modern imperialisme waarin Duitsland probeerde een groot wereldrijk te bemachtigen.
D
Voor het eerst werd de burgerbevolking bij de oorlog betrokken door middel van bombardementen op grote steden.
Slide 12 - Quiz
Hieronder staan vier gevolgen van het Verdrag van Versailles uit 1919.
Geef voor elk gevolg aan of het gaat om een economisch of een politiek-bestuurlijk gevolg.
Economisch
Politiek-bestuurlijk
De Duitsers kunnen de herstelbetalingen niet meer voldoen.
Duitsland mocht géén zware wapens, zoals tanks, meer hebben.
Duitsers verloren hun vertrouwen in de parlementaire democratie.
Pas in 2010 had Duitsland alle schadevergoedingen betaald.
Slide 13 - Drag question
Chronologievraag: Sleep de gebeurtenissen van vroeger naar later.
Vroeger
Later
1
2
3
4
5
6
Mussolini wordt de leider van de Italiaanse regering.
Rusland stapt uit de oorlog en sluit vrede met Duitsland.
Oostenrijk-Hongarije verklaart Servië de oorlog.
De Duitse keizer treedt af, Duitsland wordt een republiek.
Het Verdrag van Versailles wordt gesloten.
Duitsland kan geen herstelbetalingen meer doen.
Slide 14 - Drag question
Lees de bron:
Noem twee kenmerken van het fascisme die blijken uit de bron.
Slide 15 - Open question
Bekijk de bron:
Welk begrip past bij de tekening?
A
Bondgenootschap
B
Militarisme
C
Modern Imperialisme
D
Wapenwedloop
Slide 16 - Quiz
Bekijk de bron:
Een bewering: ‘Deze poster is propaganda van de Duitse regering.’
Klopt deze bewering? Leg je antwoord uit!
Geen uitleg is geen punten!
Slide 17 - Open question
De vier mensen op deze spotprent staan symbool voor de landen Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Welke persoon op deze spotprent stelt Duitsland voor? Leg je antwoord uit!!
Doe het zo: 'Persoon..........….(kies uit: 1/2/3/4) stelt Duitsland voor, want.................…(leg uit).
Slide 18 - Open question
In de bron is een economisch probleem in de Republiek van Weimar beschreven. A: Wat is de naam van het economisch verschijnsel dat in de bron beschreven is. B: Noem een actie van de Duitse regering die de directe oorzaak was van dit economisch verschijnsel.
Doe het zo: A: De bron past bij het volgende begrip: … (noem begrip). B: Actie van de regering: … (noem directe oorzaak).