Thema 4: paragraaf 4.4
1 / 21
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De vagina is een primair geslachtskenmerk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Eicellen ontwikkelen zich in de ...?
A
De eileiders
B
De eierstokken
C
De vagina
D
De baarmoeder
Slide 4 - Quiz
De buitenste schaamlippen zijn altijd groter dan de binnenste schaamlippen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Welk onderdeel is de vagina?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje
een vrouw wordt
B
Dat een meisje
borsten krijgt
C
Dat een meisje
zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand
Slide 17 - Quiz
Wat is ovulatie/eisprong?
A
De eicel komt vrij uit de eierstok
B
De eicel springt in de baarmoeder
C
De eicel komt vrij van de eileider
Slide 18 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste vakjes
Slide 19 - Drag question
Wat is innesteling?
A
Bevruchte eicel zet zich vast in de baarmoeder
B
De bevruchte eicel gaat richting de baarmoeder
C
De kern van de eicel smelt met de kern van de zaadcel
