25 t/m 28 maart

Welcome to English class!
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welcome to English class!

Slide 1 - Slide

What are we going to do today?
- Period 4
- Start with listening practice 
- Explanation articles and plurals + exercises




Slide 2 - Slide

Period 4 
- Listening
- Word classes (woordsoorten); articles, plurals, quantifiers,  modal verbs, prepositions, adjectives, 

Test week: Grammar + reading

Slide 3 - Slide

When do you use an exclamation point?

Slide 4 - Mind map

10

Slide 5 - Video

00:49
Wat kan er gebeuren als je een uitroepteken gebruikt?
A
Je kunt dan niet goed begrepen worden
B
Dan worden mensen boos
C
Je loopt het risico onaardig over te komen
D
Dan snappen mensen niet wat je bedoelt

Slide 6 - Quiz

03:08
Wat vindt de laatste man van het gebruik van meerdere uitroeptekens?
A
Je kunt dan overkomen als een oude oma
B
Je kunt dan overkomen als een over enthousiaste 14 jarige
C
Je kunt dan overkomen als een overdreven 40 jarige
D
Je kunt dan overkomen als een reclame man

Slide 7 - Quiz

03:29
Waar werden uitroeptekens origineel letterlijk voor gebruikt?
A
Nadat iemand iets fluisterde
B
Na een uitroep
C
Na een vraag
D
Nadat iemand iets zong

Slide 8 - Quiz

04:30
Wat hadden de Spanjaarden met het uitroepteken gedaan?
A
Ze hadden het voor de zin gezet
B
Ze hadden het ondersteboven gezet
C
Ze gebruikten het helemaal niet
D
Ze gebruikten het alleen bij vloeken

Slide 9 - Quiz

06:09
Hoe vaak komt het uitroepteken voor in Melville's Moby Dick?
A
±1700
B
±1000
C
±1900
D
±1500

Slide 10 - Quiz

06:25
Waarom werd het uitroepteken 'uncool' onder schrijvers na 1920?
A
Omdat het geassocieerd werd met de 'yellow press'
B
Omdat het geassocieerd werd met de 'yellow pages'
C
Omdat het geassocieerd werd met sentimentele boeken geschreven door vrouwen
D
Omdat het geassocieerd werd met boeken die geschreven werden door onaardige mannen

Slide 11 - Quiz

08:07
Wie vond de 'interrobang' uit?

?!
A
Penny Speckter
B
Martin Speckter
C
Ernest Hemingway
D
F. Scott Fitzgerald

Slide 12 - Quiz

10:06
Waarom werd de 'interrobang' geen succes?
A
People just didn't like it
B
It came too late, other punctuation was more popular
C
They couldn't find a use for the interrobang
D
It was forbidden by the government

Slide 13 - Quiz

11:47
Waarom hebben vrouwen meerdere uitroeptekens nodig?
A
Omdat mannen ze anders niet snappen
B
Omdat ze het dan pas echt menen
C
Omdat vrouwen graag overdreven doen
D
Omdat ze graag enthousiast overkomen

Slide 14 - Quiz

12:34
Wat zegt de laatste man over uitroeptekens
A
Dat het zowel alles als niks kan betekenen
B
Dat het onzin is om het te gebruiken
C
Dat ze alleen maar nietszeggend zijn
D
Dat hij liever wilde dat ze niet bestonden

Slide 15 - Quiz

Articles
Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an. 

Slide 16 - Slide

Articles

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 19 - Drag question

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 22 - Quiz

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 24 - Quiz

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 25 - Quiz

What are we going to do today?
- Check answers articles
- Instruction plurals --> take notes
- Practice on worksheet + online
- Check answers




Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Plurals

Slide 28 - Slide

Plural

Most of the time we just add an -s to the words to make it plural:

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural EXCEPTIONS

Words that end with 'ch' or 'sh'  get an -es

watch - watches
dish - dishes

Slide 29 - Slide

Plural

When the word ends with a consonant (medeklinker) + -y. 

The -y changes in -ies

lady - ladies
story - stories
Plural

when the word ends with a consonant + -o. add -es

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 30 - Slide

Plural

If it ends with the -f (sound). The -f changes in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
Plural

Irregular (onregelmatig) (Study these!!!!!) 

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 31 - Slide

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 32 - Quiz

Plural of elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 33 - Quiz

Plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 34 - Quiz

Plural of knive:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 35 - Quiz

Plural of Child:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 36 - Quiz

Plural of Mouse
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 37 - Quiz

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
shoees
D
shoos

Slide 38 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 39 - Quiz

Plural of puppy:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 40 - Quiz

Plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 41 - Quiz

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 42 - Quiz

ZW: worksheet
Done? --> Extra practice
timer
20:00

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide