- Je kunt vertellen wat je beroep is
en waar je werkt.
- Je kent de bijvoeglijk voornaamwoord aanpassen aan mannelijk of vrouwelijk
- Je kunt iemand vragen naar zijn
beroep en werk.
- Je kunt gegevens aanvullen op een formulier.
- Je kunt het werkwoord op -er en -ir vervoegen en gebruiken in een zin.