H4 - over taal

H4 - over taal
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H4 - over taal

Slide 1 - Slide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les

- weet je wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- kun je zelf aangeven wanneer er figuurlijk taalgebruik in een zin staat

Slide 3 - Slide

Letterlijk of figuurlijk?
Bij letterlijk taalgebruik bedoel je precies wat je zegt.
Ik gaf hem een tik op zijn vingers. 

Bij figuurlijk taalgebruik bedoel je iets anders dan wat je zegt. 
Ik tikte hem op de vingers = Ik vond zijn gedrag niet goed en zei daar iets van. 

Slide 4 - Slide

Oefenen
Kies bij iedere zin 'letterlijk' of 'figuurlijk'. Kijk goed naar wat er bedoeld wordt in de zin.




Slide 5 - Slide

Die boom groeit echt snel!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Dat is echt een boom van een vent.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 7 - Quiz

Toen kwam de aap uit de mouw.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quiz

De aap klimt in de boom.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Sommige bedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quiz

In de herfst schieten paddenstoelen snel uit de grond.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quiz

Fatma struikelde over het opstapje.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Fatma struikelde over haar eigen woorden.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Aan het werk
Wat?                    Opdr. 32, vraag 2 op blz. 190
Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes
Hulp?                  Vraag je duo of docent
Tijd?                     Ca. 30 minuten
Klaar?                  Werk van de vorige les afmaken + leesboek
Uitkomst?         Nakijken tijdens de volgende les
Huiswerk?         Volgende les af

Slide 14 - Slide