Burgerschap Identiteit en normen en waarden

Lesdoelen
Na deze les weet je : 

- Wat identiteit betekent
- Weet je drie vormen van identiteit te noemen
- weet je wat de hoogte en dieptepunten zijn in jouw ontwikkeling van nul tot nu 


1 / 12
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Na deze les weet je : 

- Wat identiteit betekent
- Weet je drie vormen van identiteit te noemen
- weet je wat de hoogte en dieptepunten zijn in jouw ontwikkeling van nul tot nu 


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Identiteit

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Wat zie je hier?

Slide 4 - Open question

Wat je ziet, heeft te maken met je referentiekader; met de manier waarop je naar dingen kijkt
Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, uitdraagt en anderen voorhoudt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Gedraag jij je in elke situatie met elke groep/persoon hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Dit heeft te maken met de verschillende onderdelen van je identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
Tijdens de dagstart heb je een grafiek gemaakt waarin je hebt aangegeven wat de hoogte en dieptepunten zijn van jouw jeugd die je van 0 tot nu hebt meegemaakt. Je hebt de belangrijkste gebeurtenissen een cijfer gegeven, nu ga je per gebeurtenis opschrijven waarom je dit cijfer hieraan koppelt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions