Werkwoordspelling TT

 werkwoordspelling 
Persoonvorm tt 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 werkwoordspelling 
Persoonvorm tt 

Slide 1 - Slide

DOEL
  • Ik kan/weet persoonsvormen in de tegenwoordige tijd goed spellen; 

Slide 2 - Slide

Wat is de spelfout?

Slide 3 - Slide

Noteer de spelfouten & verbeter ze!

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Noteer de spelfouten & verbeter ze!

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Noteer de spelfouten & verbeter ze!

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Zo gebruik je het schema!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Even oefenen! 

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.

Dat huis vin_ ik mooi.

Slide 13 - Open question

Persoonsvorm tt. Vul het juiste werkwoord in.

Wor_ je buurman echt zo gauw boos?

Slide 14 - Open question

Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.

Als je binnenkomt, wor_ je direct gevraagd een formulier in te vullen

Slide 15 - Open question

Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.

Hij verbeel_ zich dat hij alles weet.

Slide 16 - Open question

Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.

Het vliegtuig lan_ morgen.

Slide 17 - Open question

persoonsvorm tt en vt. Vul de juiste antwoorden in.

Behandel_ u deze som nog een keer?

Slide 18 - Open question

persoonsvorm tt . Vul de juiste antwoorden in.

Veel wor_ er niet van ons verwacht.

Slide 19 - Open question

persoonsvorm tt . Vul de juiste antwoorden in.

Beklee_ je oom echt zo'n hoge functie?

Slide 20 - Open question

Voltooid deelwoord. Vul de juiste antwoorden in.

Gelukkig was je goed verzeker_

Slide 21 - Open question

Alles door elkaar. Vul het juiste antwoord in.

Deze leraar vindt dat hij er te weinig tijd aan bestee_

Slide 22 - Open question

Alles door elkaar. Vul het juiste antwoord in.

Ik weet dat hij zijn goederen zorgvuldig bewaar_

Slide 23 - Open question

Alles door elkaar. Vul het juiste antwoord in.

Ik bie_ u mijn verontschuldiging aan.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide