Persoonsvorm en onderwerp


Persoonsvorm 
en
 onderwerp
1 / 36
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Persoonsvorm 
en
 onderwerp

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

Wij zetten de fietsen buiten.

Slide 3 - Open question

Wij zetten de fietsen buiten.
Zin vragend maken:
Zetten wij de fietsen buiten?

of

Van meervoud naar enkelvoud:
Ik zet de fiets buiten.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Wij zetten de fietsen buiten.

Slide 6 - Open question

Wij zetten de fietsen buiten.

Wie of wat zetten de fietsen buiten?

wij

Slide 7 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
De groenteboer gaf een paprika.

Slide 8 - Open question

Zoek het onderwerp:
De groenteboer gaf een paprika.

Slide 9 - Open question

De groenteboer gaf een paprika.

Persoonsvorm:
Gaf de groenteboer een paprika?

Onderwerp:
Wie gaf een paprika?
De groenteboer

Slide 10 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
De vrouw kreeg een mooie roos.

Slide 11 - Open question

Zoek het onderwerp:
De vrouw kreeg een mooie roos.

Slide 12 - Open question

De vrouw kreeg een mooie roos.
Persoonsvorm:
Kreeg de vrouw een mooie roos?

Onderwerp:
Wie kreeg een mooie roos?
De vrouw

Slide 13 - Slide

Zoek de persoonsvorm:

Jeanet leende haar vriendin elke maand een boek.

Slide 14 - Open question

Zoek het onderwerp:

Jeanet leende haar vriendin elke maand een boek.

Slide 15 - Open question

Jeanet leende haar vriendin elke maand een boek.

Persoonsvorm:
Leende Jeanet haar vriendin elke maand een boek?

Onderwerp:
Wie leende haar vriendin elke maand een boek?
Jeanet

Slide 16 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
Ik mail mijn zusje.

Slide 17 - Open question

Zoek het onderwerp:
Ik mail mijn zusje.

Slide 18 - Open question

Ik mail mijn zusje.
Persoonsvorm:
Mail ik mijn zusje?

Onderwerp:
Wie mailt mijn zusje?
Ik

Slide 19 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
Wij maken voor jou een nieuwe vlieger.

Slide 20 - Open question

Zoek het onderwerp:
Wij maken voor jou een nieuwe vlieger.

Slide 21 - Open question

Wij maken voor jou een nieuwe vlieger.

Persoonsvorm:
Maken wij voor jou een nieuwe vlieger?

Onderwerp:
Wie maken voor jou een nieuwe vlieger?
Wij

Slide 22 - Slide

Zoek de persoonsvorm:

De meester deelde de nieuwe boeken uit.

Slide 23 - Open question

Zoek het onderwerp:

De meester deelde de nieuwe boeken uit.

Slide 24 - Open question

De meester deelde de nieuwe boeken uit.

Persoonsvorm:
Deelde de meester de nieuwe boeken uit?

Onderwerp:
Wie deelde de nieuwe boeken uit?
De meester

Slide 25 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
Opa zette voor oma een kop koffie.

Slide 26 - Open question

Zoek het onderwerp:
Opa zette voor oma een kop koffie.

Slide 27 - Open question

Opa zette voor oma een kop koffie.

Persoonsvorm:
Zette opa voor oma een kop koffie?

Onderwerp:
Wie zette voor oma een kop koffie?
Opa

Slide 28 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
De slager gaf mij een stuk vlees.

Slide 29 - Open question

Zoek het onderwerp:
De slager gaf mij een stuk vlees.

Slide 30 - Open question

De slager gaf mij een stuk vlees.
Persoonsvorm:
Gaf de slager mij een stuk vlees?

Onderwerp:
Wie gaf mij een stuk vlees?
De slager

Slide 31 - Slide

Zoek de persoonsvorm:
De les is nu klaar.

Slide 32 - Open question

Zoek het onderwerp:
De les is nu klaar.

Slide 33 - Open question

De les is nu klaar.
Persoonsvorm:
Is de les nu klaar?

Onderwerp:
Wat is nu klaar?
De les

Slide 34 - Slide

Kan je nu volledig zelfstandig de persoonsvorm en het onderwerp vinden?

Slide 35 - Open question

Bedankt voor het meedoen!

Slide 36 - Slide