Toch krijgt Sandra na een paar dagen weer zo’n aanval. De aanval komt op bij de kassa in de supermarkt. Sandra wil op dat moment graag weg, maar dat kan eigenlijk niet en ze voelt zich steeds benauwder worden. Uiteindelijk loopt ze zonder boodschappen de winkel uit. Sandra loopt zo snel ze kan weer naar huis en gelukkig zakken de angst en de benauwdheid. Toch is ze er niet gerust op en bezoekt ze de huisarts. Sandra is bang dat het weer gaat gebeuren. Nu blijft ze veel thuis en in de buurt van haar mobiele telefoon om snel hulp te kunnen inschakelen bij hartklachten. Afspreken met haar vriend of vrienden en het doen van boodschappen durft ze niet meer. Ook vermijdt ze voor de zekerheid grote mensenmassa’s. De huisarts constateert dat er sprake is van angstklachten en verwijst Sandra door naar de Basis-GGZ. Eigenlijk begrijpt Sandra een verwijzing naar de GGZ niet zo goed. Ze heeft toch lichamelijke klachten?