Hoofdstuk 3: Vulkanen



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: NATUURRAMPEN
Handige links!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: NATUURRAMPEN
Handige links!

Slide 1 - Slide

Herhaling
Hoe heet het diepste punt van een aardbeving? _________
Hoe noemen we een aardbeving op zee? __________
Vanaf welk punt op de Schaal van Richter kunnen wij een aardbeving voelen? ________
Hoe heet het als twee platen uit elkaar bewegen? ________
Hoe heet het als je (met spoed) een gebied moet verlaten omdat het niet meer veilig is? _______
Hoe heet een gigantische vloedgolf die kan ontstaan door een zeebeving?_______
Hoe noemen we krachten die van buitenaf op de aarde inwerken? ________

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 3: Vulkanen
OPDRACHT 1:  NATUURRAMPEN
Handige links!

Slide 3 - Slide


Hoofddoel:
 

Ik kan uitleggen wat vulkanen zijn en hoe ze onstaan.
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen wat subductie is.

Ik kan  uitleggen bij welke plaatbewegingen een vulkaan kan ontstaan.

Ik kan uitleggen hoe een vulkaan ontstaat.

Ik kan drie soorten vulkanen noemen.



De leerdoelen: deze les

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Vulkanisme ontstaat bij 2 plaatbewegingen
1.  Bij convergentie: als een oceanische plaat botst met een continentale plaat. De zwaardere oceanische plaat komt onder de lichtere continentale plaat. Dit noemen we subductie. Op een paar honderd kilometer diepte begint het materiaal te smelten .Het magma stijgt op en breekt door de aardkorst heen. Dat gaat met een enorme kracht, waardoor hevige uitbarstingen mogelijk zijn. 

Slide 8 - Slide

Vulkanisme ontstaat bij 2 plaatbewegingen
2. Bij divergentie: bij een mid-oceanische rug. Hier worden twee delen van de oceaanbodem uit elkaar getrokken. Zo ontstaat er een kier in de aardkorst, die direct gevuld wordt met gloeiend heet gesteente uit de diepte. Zodra de lava in aanraking komt met het water van de oceaan, stolt de lava. Hierdoor ontstaat een nieuw stuk oceaanbodem. Meestal merkt niemand iets van deze onder water gelegen vulkanen, omdat een uitbarsting heel rustig en diep onder water gebeurt. Schepen die eroverheen varen, lopen helemaal geen gevaar.  

Slide 9 - Slide

Vulkanisme
Bij vulkanisme komt materiaal uit de aarde door openingen in de aardkorst naar buiten. Dat materiaal is heet vloeibaar gesteente waarin gassen kunnen zitten en brokken vast gesteente van de omringende aardkorst. Zolang het nog in de aarde zit, noem je het magma. Is het eenmaal naar buiten gestroomd, dan heet het lava.  

Slide 10 - Slide

Vulkanisme
 Materiaal dat verhit wordt wil vaak omhoog, omdat het lichter is dan de omgeving. Je kunt het vergelijken met een plastic bal die je onder water houdt en dan loslaat. Een vulkaan barst pas uit als er in de diepte veel magma gevormd is dat onder grote druk staat. Wanneer de druk hoog genoeg is, zorgt dat voor een plotselinge uitbarsting of eruptie van de vulkaan.

Slide 11 - Slide

Vulkanisme
Soms wordt het magma bij een vulkaanuitbarsting explosief de lucht in geslingerd in klonten van klein tot groot. De grote klonten stollen tot vulkanische bommen. Ook komen er veel kleine deeltjes vrij. Dat zijn asdeeltjes of tephra (tefra in het Nederlands). Het uitgestroomde en uitgeworpen materiaal vormt rond het uitstroomgat  een berg: een vulkaan. 

Slide 12 - Slide

Soorten vulkanen
1.  Een stratovulkaan: komt meestal voor als een plaat onder een andere plaat wegduikt (subductie). De vulkaan heeft vrij steile hellingen en is afwisselend opgebouwd uit lagen (stratus) lava en vulkanische as.  Het magma is dik en stroperig, waardoor het moeilijk naar buiten kan stromen. Alleen als de druk erg hoog is opgelopen, komt het tot een explosieve uitbarsting. Bij zo’n eruptie stroomt de dikke lava de steile helling af en worden klonten lava (vulkanische bommen), as, giftig gas en stoom hoog de lucht in geslingerd. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Uitbarsting
Stratovulkaan

1. Oceanische en continentale plaat botsen.
2. Subductie.
3. Oceanische korst “smelt” in de aarde.
4. Druk bouwt op.
5. Vulkaanuitbarsting.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Soorten vulkanen
2. Een caldeiravulkaan (of calderavulkaan) is een oude vulkaan met een grote, kilometers brede krater. Zo’n enorme krater ontstaat door het instorten van het dak van een bij een uitbarsting leeggelopen magmakamer. Vaak vormt zich in de krater een kratermeer en een nieuwe krater. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Soorten vulkanen
3. Een schildvulkaan komt meestal voor bij het uiteendrijven van platen (divergentie). Het magma is dun en vloeibaar. Bij een uitbarsting stroomt de lava over een groot gebied uit. Er vormt zich een berg met een flauwe helling. De vulkaanuitbarstingen zijn meestal niet explosief, omdat de lava makkelijk naar buiten kan stromen. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Uitbarsting
Schildvulkaan

1. Twee platen divergeren.
2. Mid-oceanische rug.
3. “Kier” wordt gevuld met magma.
4. Gesteente stolt.
(Vulkaanuitbarsting.)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Opdracht: Neem over en vul in

Slide 28 - Slide


Hoofddoel:
 

Ik kan uitleggen wat vulkanen zijn en hoe ze onstaan.
lknwe
Subdoelen:

Ik kan uitleggen wat subductie is.

Ik kan  uitleggen bij welke plaatbewegingen een vulkaan kan ontstaan.

Ik kan uitleggen hoe een vulkaan ontstaat.

Ik kan drie soorten vulkanen noemen.



De leerdoelen: deze les

Slide 29 - Slide



 Waar: Reader
-> Hoofdstuk 3


 Wat: alles

 Wanneer: 15 - 20 minuten

Hoe: Zelf in stilte of met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen.
Klaar? Mij bij je roepen




Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


Zelf aan de slag
timer
15:00

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video