V5_SK_Kz&Kb_Wk38_Les1

1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Slide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 7, Paragraaf 5 uit het boek (blz 22t/m24)
- Maken opdracht 45 t/m 47 uit het boek (blz 24) of in de online omgeving.

- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 1 uit het boek (blz 175 t/m 177)
- Maken opdracht 13, 14 en 16 uit het boek (blz 177) of online.

- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 2 uit het boek (blz 178&179)
- Maken opdracht 19, 20 en 22 uit het boek (blz 180) of online.


Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan de pH berekenen van een zwak zuur met behulp van de concentratie en de Kz.
- Ik stel de evenwichtvoorwaarde op van een evenwicht van een zwak zuur en kan berekeningen uitvoeren aan de hand van deze evenwichtsvoorwaarde.
- Ik kan het ionisatiepersentage berekenen van een oplossing van een zwak zuur.

Slide 4 - Slide

pH-berekeningen
Sterk zuur:


Voorbeeld:
 Stel je hebt een 0,1M zoutzuur-oplossing. 
De pH = - log (0,1) = 1
Stel je hebt een zoutzuur-oplossing met pH 2.
De [H3O+] = 10-2 = 0,01 mol/L

pH=log[H3O+]
[H3O+]=10pH

Slide 5 - Slide

Er wordt 0,01 mol zoutzuur opgelost in 20 mL water. Wat is de pH?
A
pH = 0,3
B
pH = 0,5
C
pH = 13,7
D
pH = 3,0

Slide 6 - Quiz

pOH-berekeningen
Sterke base:


Voorbeeld:
 Stel je hebt een 0,1M natronloog-oplossing. 
De pOH = - log (0,1) = 1
Stel je hebt een natronloog-oplossing met pOH 2.
De [OH-] = 10-2 = 0,01 mol/L

pOH=log[OH]
[OH]=10pOH

Slide 7 - Slide

Er wordt 0,01 mol bariumhydroxide opgelost in 250 mL water. Wat is de pOH?
A
pOH = 0,08
B
pH = 1,1
C
pOH = 1,1
D
pH = 0,08

Slide 8 - Quiz

Waterevenwicht
Kw=[H3O+][OH]

Slide 9 - Slide

Waterevenwicht
Dus als de pH 7 is, 
dan is de pOH 7.

Dus als de pH 8 is, 
dan is de pOH 6.

Kortom: pH = 14,0 - pOH
Kw=[H3O+][OH]

Slide 10 - Slide

Er wordt 0,01 mol bariumhydroxide opgelost in 250 mL water. Wat is de pH?
A
pOH = 12,9
B
pH = 1,1
C
pOH = 1,1
D
pH = 12,9

Slide 11 - Quiz

Start opdracht
Schrijf de zuur-base reactie op van Loodsulfaat in een fosforzuur-oplossing.

Hint:
- Gebruik tabel 45A, 49
- Denk aan de goede fase-aanduidingen.

Slide 12 - Slide

pH berekenen van een zwakzuur
Dit is een trucje. Als je deze snapt, dan ga je aan de weektaak.
De rest van de uitleg is voor de mensen die het willen begrijpen en niet genoeg hebben aan een trucje.

Slide 13 - Slide

Formule bereken pH zwak zuur


Als

Met: - Kz van het zuur in de BINAS T49
           - Cbegin is de concentratie van het zuur in de opgave
[H3O+]=KzCbegin
Cbegin[H3O+]<0,10

Slide 14 - Slide

Formule bereken pH zwak zuur


Als:

Met: - Kz van het zuur in de BINAS T49
           - Cbegin is de concentratie van het zuur in de opgave
[H3O+]=2Kz±Kz2+4KzCbegin
Cbegin[H3O+]>0,10

Slide 15 - Slide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 7, Paragraaf 5 uit het boek (blz 22t/m24)
- Maken opdracht 45 t/m 47 uit het boek (blz 24) of in de online omgeving.

- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 1 uit het boek (blz 175 t/m 177)
- Maken opdracht 13, 14 en 16 uit het boek (blz 177) of online.

- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 2 uit het boek (blz 178&179)
- Maken opdracht 19, 20 en 22 uit het boek (blz 180) of online.


Slide 16 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Wat is de formule van azijnzuur?

Slide 17 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Wat is de formule van azijnzuur?  CH3COOH
Is azijnzuur een sterk of een zwak zuur?

Slide 18 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Wat is de formule van azijnzuur?  CH3COOH
Is azijnzuur een sterk of een zwak zuur? Zwak zuur
Stel de ionisatievergelijking op van azijnzuur.

Slide 19 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Wat is de formule van azijnzuur?  CH3COOH
Is azijnzuur een sterk of een zwak zuur? Zwak zuur
Stel de ionisatievergelijking op van azijnzuur.
CH3COOH(aq)+H2O(l)CH3COO(aq)+H3O+(aq)

Slide 20 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Stel de ionisatievergelijking op van azijnzuur.

Stel de evenwichtsvoorwaarde op voor dit evenwicht
CH3COOH(aq)+H2O(l)CH3COO(aq)+H3O+(aq)

Slide 21 - Slide

Stap voor stap naar de pH van azijnzuur
Stel de ionisatievergelijking op van azijnzuur.

Stel de evenwichtsvoorwaarde op voor dit evenwicht
CH3COOH(aq)+H2O(l)CH3COO(aq)+H3O+(aq)
Kz=[CH3COOH][CH3COO][H3O+]

Slide 22 - Slide

Stel je hebt een 0,10M azijnzuur-oplossing
Een klein deel van de azijnzuur-moleculen zal zijn H+ afstaan.
Dit deel noemen we x. Dus bij evenwicht:
[CH3COOH] = 0,10 - x
[CH3COO-] = x
[H3O+] = x 
Kz=[CH3COOH][CH3COO][H3O+]

Slide 23 - Slide

Stel je hebt een 0,10M azijnzuur-oplossing
Een klein deel van de azijnzuur-moleculen zal zijn H+ afstaan.
Dit deel noemen we x. Dus bij evenwicht:
[CH3COOH] = 0,10 - x
[CH3COO-] = x
[H3O+] = x 
1,7105=(0,10x)xx

Slide 24 - Slide

Stel je hebt een 0,10M azijnzuur-oplossing
1,7105=(0,10x)xx
1,7105=(0,10x)x2
(0,10x)x2=1,7105

Slide 25 - Slide

Stel je hebt een 0,10M azijnzuur-oplossing
Oplossen manier 1:
Verwaarlozen "-x"

Dit mag als x kleiner dan
10% is van de originele 
concentratie.
(0,10x)x2=1,7105
0,10x2=1,7105
x2=1,7106
x=1,3103

Slide 26 - Slide

Stel je hebt een 0,10M azijnzuur-oplossing
Oplossen manier 2:
ABC-formule

Dit doe je als je niet mag
verwaarlozen
(0,10x)x2=1,7105
x2=1,7105(0,10x)
x2=1,71061,7105x
x2+1,7105x1,7106=0

Slide 27 - Slide

Weektaak
- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 1 uit het boek (blz 175 t/m 177)
- Maken opdracht 13, 14 en 16 uit het boek (blz 177) of online.

- Bestuderen Hoofdstuk 13, Paragraaf 2 uit het boek (blz 178&179)
- Maken opdracht 19, 20 en 22 uit het boek (blz 180) of online.


Slide 28 - Slide

Afsluiting - Leerdoelen
- Ik kan de pH berekenen van een zwak zuur met behulp van de concentratie en de Kz.
- Ik stel de evenwichtvoorwaarde op van een evenwicht van een zwak zuur en kan berekeningen uitvoeren aan de hand van deze evenwichtsvoorwaarde.
- Ik kan het ionisatiepersentage berekenen van een oplossing van een zwak zuur.

Slide 29 - Slide