Les 2 2M2 schooljaar 2024/25 (kw 37)

Hallo Klasse 2M2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hallo Klasse 2M2

Slide 1 - Slide

a.gosele@kajmunk.nl
maandag & vrijdag
Teams
Magister

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig?
  1. je Laptop
  2. Na Klar! Deel A
  3. een schrift
  4. pen en/ of potlood
  5. geduld en focus

Slide 3 - Slide

Klassenregels

  • Respect voor elkaar .
  •  Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil!!!!!!!!!

  • Hand opsteken als je iets wilt vragen. 
  • Altijd boeken en schrift mee!
  • Geen laptop (tenzij nodig voor de les)
  • Actieve werkhouding in de les. 
  • Algemene schoolregels

Slide 4 - Slide

EN HET BELANGRIJKSTE!!!

Het is niet erg om een fout te maken! Van fouten maken groei je!

Slide 5 - Slide

Das Programm
Wiederholung 
Alphabet
Aussprache Buchstabe ß
Lektion 1 
persoonlijke voornaamwoord
zwakke werkwoord E-ST-T-EN-T-EN
Lernbox S. 43/ 44

Slide 6 - Slide

Wiederholung 

Slide 7 - Slide

Wie heißt du?
(Vor- und Nachname)
ich heiße ...
ich bin ...
mein Name ist ...

Slide 8 - Slide

Das deutsche Alphabet!
Sprecht das Alphabet in der Klasse nach.

Slide 9 - Slide

Buchstabieren

Buchstabiere deinen Namen


timer
2:00

Slide 10 - Slide

Welke letter is dit?
ß

Slide 11 - Slide

Aussprache
De ss en de ß klinken hetzelfde.

Na een lange klinker en een dubbele klinker komt er een ß:
Soße
süß
außen
schießen
Fuß

Slide 12 - Slide

Grammatik ß
  • De ß Staat voor een dubbele s (Eszett)
  • De ß wordt alleen na een lange klinker gebruikt
  • ss wordt na een korte klinker gebruikt 

Slide 13 - Slide

Der neue Buchstabe: ß
Wir machen Aufgabe 2 und 3.
Seite 9

Slide 14 - Slide

u/ü - a/ä - o/ö - ß

Slide 15 - Slide

Lektion 1
Nimm dein Buch, wir arbeiten zusammen.
  • Aufgaben 4
Seite  9
  • Aufgabe  5, 6
Seite 10

Slide 16 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden

Welke  persoonlijk voornaamwoorden zijn er?

Slide 17 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
ik = ich
wij = wir
jij = du
jullie = ihr
hij, de jongen = er
zij = sie
zij, het meisje = sie
u = Sie
het, het kind = es 

Slide 18 - Slide

Het persoonlijk voornaamwoord

Slide 19 - Slide

Wir üben
jeder für sich selbst arbeiten, wir vergleichen im Anschluss

Lektion 1
Aufgaben 10,  11
timer
5:00

Slide 20 - Slide

 zwakke werkwoorden  

Slide 21 - Slide

Zwakke werkwoorden

Slide 22 - Slide

Wir üben
Bitte nehmt euer Laptop. 

Lektion 1
Aufgaben 13 bis 15

Slide 23 - Slide

Fragen? fragen!

Slide 24 - Slide

Lernbox: Wörter
Seite 43 & 44 lesen und lernen

Hausaufgabe bis zur nächsten Stunde

Slide 25 - Slide

Tschüss, bis zum nächsten Mal!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide