Paragraaf 1.6: Ademhaling bij dieren

Paragraaf 1.6: Ademhaling bij dieren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Paragraaf 1.6: Ademhaling bij dieren

Slide 1 - Slide

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling paragraaf 1.5/1.7: Gezonde luchtwegen/ Roken en blowen

  • Uitleg 1.6: Ademhaling bij dieren

  • Proefje: eigen long maken




Slide 3 - Slide

Waarom heeft roken invloed op je conditie en je vermogen om inspanning te verrichten?

Slide 4 - Open question

Hoe draagt voldoende bewegen bij aan de gezondheid van je longen?

Slide 5 - Open question

Waarom is het beter om niet buiten te sporten wanneer er veel smog in de lucht hangt?

Slide 6 - Open question

Wat gebeurt er in je lichaam wanneer je stuifmeel inademt en je allergisch bent voor pollen?

Slide 7 - Open question

Paragraaf 1.6: Ademhaling bij dieren

Slide 8 - Slide

Lesdoelen


6.11 Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

Slide 9 - Slide

Eencelligen
  • Uitwisseling door celmembraan
  • Voldoende oppervlak voor hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide

Slide 10 - Slide

Insecten
Zij ‘ademen’ door achterlijf korter en langer te maken
  • Spieren trekken samen, achterlijf wordt korter, lucht gaat naar buiten
  • Spieren ontspannen, achterlijf wordt langer, lucht wordt naar binnen gezogen

De buizen waar de lucht doorheen gaat heten tracheeën
Een gat waardoor de lucht naar binnen en buiten gaat heet een stigma

Slide 11 - Slide

Vissen
Vissen halen adem met kieuwen.
  • achter de kop in de kieuwholten

Elke kieuw bestaat uit een kieuwboog, met daarop een groot aantal kieuwplaatjes, waarin veel dunne bloedvaatjes liggen.



Slide 12 - Slide

Vissen
Hoe ademt de vis?
  1. Bek gaat open, kieuwdeksels zijn dicht > water stroomt naar binnen.
  2. bek gaat dicht > Kieuwdeksels gaan open, > water stroomt via kieuwplaatjes naar buiten 
  3. kieuwplaatjes halen zuurstof uit water
  4. De bloedvaatjes in kieuwplaatjes: heel dun, zuurstof kan er door, water niet Koolstofdioxide via kieuwplaatjes het water in



Slide 13 - Slide

Vogels
Alleen de luchtzakken worden groter en kleiner, de longen niet. 

Inademing:
  1. luchtpijp > achterste luchtzakken, 
  2. vanuit longen > voorste luchtzakken

Slide 14 - Slide

Vogels
Uitademing:
  1. lucht voorste luchtzakken > luchtpijp > naar buiten 
  2. lucht achterste luchtzakken > longen in 


Slide 15 - Slide

Huiswerk
Wat:
 Paragraaf 1.6: opdrachten 1,2,3,5,6,7,8
Hoe:
Alleen of in tweetallen

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? maak een samenvatting en een begrippenlijst van paragraaf 1.6
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 17 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 18 - Slide