Wiskunde Jaarquiz klas 1_Boek2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

WiskundeQuiz klas 1

JAARQUIZ 1MH

RONDE 2

BOEK 2

H6 KWADRATEN EN WORTELS

VRAAG 1

Bereken.

1. 12
2. 36
3. 8
4. -36

VRAAG 2

Bereken.

1. -16
2. -8
3. 16
4. 8

VRAAG 3

Bereken.

1. 10
2. 12
3. 9
4. 11

VRAAG 4

Bereken.

1. 17
2. 1
3. -1
4. -17

VRAAG 5

Wat is de lengte van de zijde

van het rode vierkant?

49cm​2​​

1. 6 cm
2. 7 cm
3. 8 cm
4. 9 cm

VRAAG 6

We hebben deze kwadratische formule

Bereken a voor n = 3. 

1. 4
2. 11
3. 6
4. 7

VRAAG 7

Hoe noemen we de grafiek van een kwadratische formule?

1. parachute
2. paranoot
3. parabool
4. paranormaal

Welk getal moet bij het 

vraagteken worden ingevuld?

VRAAG 8

VRAAG 9

Sleep de juiste antwoorden naar de juiste opgaven.

Is 5a + 3a een som van gelijke termen of een product van factoren?

VRAAG 10

VRAAG 11

Herleid.

-4b + 6b

1. 2b
2. 10b
3. 2
4. -2b

VRAAG 12

Vul in.

... + 6p = 3p

1. -9p
2. -3p
3. 9p
4. 3p

VRAAG 13

Wat is de fout in de volgende berekening?

-x + 2y + 2x - 3y = 1x + 1y

1. Het moet -1x + 1y zijn
2. Het moet 1x - 1y zijn
3. Het moet -x - y zijn
4. Het moet x - y

VRAAG 14

Bereken.

1. 1a
2. a^2
3. -a^2
4. -1a^2

H7 EENHEDEN

VRAAG 15

Welke eenheid ligt 3 stapjes rechts van centimeter?

1. dm
2. m
3. dam
4. hm

VRAAG 16

Bereken.

3.500 dm = ... mm

1. 35.000
2. 350.000
3. 3.500
4. 350

VRAAG 17

Bereken.

25,5 km = ... cm

1. 255.000
2. 25.500
3. 255.000.000
4. 2.550.000

VRAAG 18

Wat is de oppervlakte van dit vierkant

in vierkante decimeter?

49cm​2​​

1. 490
2. 4.900
3. 0,49
4. 4,9

VRAAG 19

Een grasveld van 2 ha wordt vergroot met 5.000 vierkante meter. Wat is de nieuwe oppervlakte in ha?

1. 0,25
2. 25
3. 250
4. 2,5

VRAAG 20

Hoeveel liter is 500 kubieke decimeter?

VRAAG 21

Wat is de halve inhoud 

van deze balk?

1. 70 cm3
2. 35 cm3
3. 60 cm3
4. 120 cm3

VRAAG 22

Maak de juiste combinaties.

1D

2D

3D

VRAAG 23

Als de snelheid in 36 km/u is, 

wat is dan de snelheid in m/s?

1. 129,6
2. 20
3. 18
4. 10

H8 (TL) FORMULES

VRAAG 24

Wat is de regelmaat 

in de tabel?

1. -15
2. 15
3. Elke week daalt het bedrag met 15 euro
4. Elke week daalt het bedrag met 15

VRAAG 25

Wat is het begingetal

in deze tabel?

1. 8
2. 7
3. 6
4. 5

VRAAG 26

Formules veranderen

1. reistegoed (€) = 17 - aantal km
2. reistegoed (€) = 16 + 4 x aantal kilometer

Wat is het stijggetal 

van deze grafiek?

(Kies je antwoord op

de volgende dia)

VRAAG 27

Het stijggetal is

1. 80
2. 90
3. 70
4. 60

VRAAG 28

Wat is het daalgetal 

in deze tabel?

1. -6
2. -3
3. -2
4. -1

VRAAG 29

Is deze formule een voorbeeld van een woordformule of van een letterformule?

1. woordformule
2. letterformule

Meneer de Vries

VRAAG 30