Leesvaardigheid voor de examentraining

Bienvenue H5!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bienvenue H5!

Slide 1 - Slide

PROGRAMME
Woordenschat en leesvaardigheid oefenen
1. Bespreken exercices boek
2. Oefenen met woordenboekgebruik 
3. Oefenen met examenteksten

Slide 2 - Slide

Het woordenboek is je hulpmiddel bij het eindxamen Frans. Maak hier goed gebruik van!
FR-NL

Slide 3 - Slide

STAPPENPLAN: GOALFA
G oed orientiëren en lezen
O nderstreep de belangrijke woorden
A lleen opzoeken indien nodig
L ees de opdracht nogmaals
F ocus op je antwoord
A ntwoord controleren

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Hoe lees ik een bepaalde tekst?

  • Voorspellen: mobiliseer je voorkennis
  • Skimmen: grote lijnen
  • Scannen: specifiek zoeken
  • Gedetailleerd lezen: goed begrijpen van de tekst

Slide 5 - Slide

Omgaan met moeilijke woorden
* Probeer de betekenis uit de context te halen;
* Probeer de woorden te herkennen uit een andere taal;
* Gebruik een woordenboek; 
  • is het woord essentieel?
  • heb ik genoeg tijd?
  • staat de vertaling niet in de voetnoot?

Slide 6 - Slide

Omgaan met moeilijke woorden
Gebruik van een woordenboek:
  • hele werkwoorden
  • enkelvouden
  • samengestelde zelfstandig naamwoorden

Slide 7 - Slide

Omgaan met moeilijke woorden
Oefenen met een woordenboek. Zoek de betekenis van de onderstreepte woorden op in het woordenboek:
  1. Il y a trois panneaux qui indiquent la route
  2. Ils étaient au chômage
  3. Il s'approchait de nous
  4. Elle dépensait trop d'argent
timer
4:00

Slide 8 - Slide

Tot slot....
Leesvaardigheid is geen theorie die je in je hoofd moet stampen.

Het is een vaardigheid. Dat wil zeggen: 
oefenen, oefenen, oefenen!


Slide 9 - Slide

AU TRAVAIL
1 Wat lees je in de tekst?
A. Het aantal toeristen dat het kasteel van Versailles bezoekt, neemt af.
B. Het kasteel van Versailles is het mooiste kasteel ter wereld.
C. Louis XIV wilde van Versailles de hoofdstad van Frankrijk maken.
D. Op de plek van het kasteel van Versailles stond vroeger een jachthuis. 

Slide 10 - Slide

AU TRAVAIL
2. Wat past op de open plek in de tekst?
A Bref
B D’abord
C Par exemple
D Peut-être

3. De schrijver noemt een overeenkomst tussen sommige Franse kazen en Franse wijnen.
Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waarin je dat leest.

4. Een traditioneel menu bestaat uit meerdere gangen.
Na welke gang wordt kaas gegeten volgens de laatste alinea? 

Slide 11 - Slide

Meerkeuzevragen
Ongeveer 2/3 van de examenvragen is meerkeuzevragen: 
1. Lees eerst de meerkeuzevraag (alleen de vraag, nog NIET de antwoorden).
2. Bepaal in welk tekstgedeelte je het antwoord op de vraag moet zoeken en lees dit stukje nauwkeurig door. Zoek daar aanwijzingen die belangrijk zijn voor het beantwoorden van de vraag. Onderstreep die aanwijzingen in de tekst. Zoek ook naar SYNONIEMEN.
3. Probeer in gedachten zelf een antwoord op de vraag te formuleren.
4. Lees nu de antwoordopties nauwkeurig door en zorg dat je ze begrijpt (DUS NIET IEDER WOORD OPZOEKEN). Vergelijk ze met je zelf bedachte antwoord en kies de antwoordoptie die hier het meest op lijkt.
5. Als je niet direct het juiste antwoord op de vraag kunt vinden tussen de gegeven mogelijkheden, pas dan de eliminatiemethode toe >>> onjuiste antwoorden wegstrepen.

Slide 12 - Slide

Au travail! 
Lisez les questions (pas encore les réponses).
Lisez le texte.
Répondez aux questions en utilisant la stratégie!
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

39       D

Slide 18 - Slide

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 19 - Open question