What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kapitel 4 Wiederholung (regelmäßige Verben)
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
STAP 1
STAM
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
STAP 2
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
wohnen
Ich _____________ in den Niederlanden.
Wo ________________ du?
Ihr ____________________ in Deutschland.
Slide 19 - Slide
STAP 3
Uitgang
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
wohnen
Ich _____________ in den Niederlanden.
Wo ________________ du?
Ihr ____________________ in Deutschland.
Slide 22 - Slide
SAMENVATTING
1. Stam (-en /-n)
2. persoonlijk voornaamwoord (idewis)
3. Uitgangen (feesttenten)
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
0
Slide 28 - Video
Slide 29 - Slide
timer
5:00
Slide 30 - Slide
www.talenwijzer.com
Slide 31 - Link
www.talenwijzer.com
Slide 32 - Link
www.verbuga.eu
Slide 33 - Link
https:
Slide 34 - Link
Slide 35 - Slide
Hoe maak je de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
het hele werkwoord + t
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord
D
het hele werkwoord -en of -n
Slide 36 - Quiz
Welk ezelsbruggetje kan je gebruiken bij de uitgangen van het werkwoord
A
Partytent
B
feesttenten
C
circustent
D
feestenten
Slide 37 - Quiz
du (finden).
A
findet
B
finde
C
findst
D
findest
Slide 38 - Quiz
ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 39 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 40 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 41 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 42 - Quiz
Maak het voltooid deelwoord van spielen
A
spielte
B
gespielt
C
gespield
D
spielten
Slide 43 - Quiz
Ik kan regelmatige werkwoorden in de juiste vorm zetten
A
Ja
B
Ik snap het, maar moet nog een beetje oefenen
C
Ja, natürlich! Ist ja super einfach!
D
Ik snap het nog niet
Slide 44 - Quiz
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
More lessons like this
Regelmatige werkwoorden vervoegen: uitleg + oefeningen
December 2019
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
regelmäßige Verben
December 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Regelmatige werkwoorden
March 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2,3
Regelmatige werkwoorden
22 days ago
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2,3
Regelmatige werkwoorden herhaling
September 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
regelmatige werkwoorden Duits
March 2022
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
regelmatige werkwoorden Duits
November 2022
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2. Klasse die Verben (Präsens) F1, S 16, 17, 18, 19
September 2022
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1