kort verhaal wedstrijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1-4

kort verhaal

bespreek wat er te zien is op de afbeelding , ga vervolgens naar de volgende dia met de vraag wat je allemaal nodig hebt om een verhaal te kunnen vertellen zodat iemand het voor zich ziet.

ingrediënten
verhaal

De 5W+H-vragen

Wie? een of meer personages

Wat? een of meer gebeurtenissen

Waar? een locatie

Wanneer? een tijd

Waarom? een reden, een oorzaak, iets wat de gebeurtenissen in gang zet

Hoe? In welke omstandigheden

Beschrijf: wie/wat/waar/wanneer/waarom/hoe?

Dit kan je iedereen laten uitvoeren of een paar leerlingen klassikaal. Om en om aanvullen kan ook.

Beschrijf: wie/wat/waar/wanneer/waarom/hoe?

Beschrijf: wie/wat/waar/wanneer/waarom/hoe?

Opbouw/stijl

• Pakkende beginzin
• Een perspectief: ik/wij/hij/zij of een naam
• Kop-romp-staart? Starten aan het begin of middenin? Open einde?
• Omschrijvingen van de omgeving, uiterlijk en/of innerlijk van de personages, gedachtes, gesprekken
• ...

vraag leerlingen wat nog meer manieren zijn om een verhaal te verlevendigen. Je kunt ze dit ook op laten zoeken en met elkaar delen.

Schrijfwedstrijd

• Kort verhaal, maximaal 1500 woorden
• Thema: zomer
• Hoe: mag je helemaal zelf bedenken. Bijvoorbeeld grappig, droevig, spannend...
• Win een leuke prijs (onderbouw en bovenbouw)
• Deadline: 1 november
• [e-mail]

Inspiratie

Om op gang te komen volgen hier een paar oefeningen waaruit je kan kiezen

Zo beginnen mag natuurlijk ook. 

je kan ze allemaal bij langs gaan of de les delen met leerlingen zodat ze er zelf doorheen kunnen bladeren en een opdracht kunnen kiezen.

1. 

Denk aan gisteren en beschrijf die dag in één zin. Zoiets als: “Beste dag ooit”, “Een totale mislukking” of “Saai, maar productief”. Doe hetzelfde voor eergisteren en de dag daarvoor en daarvoor, net zolang tot de tijd op is.

Werk het uit tot een verhaal met een kop, romp, staart.

2. 

Ga zitten en kies één van je zintuigen: kijken, ruiken, horen, proeven of aanraken. Beschrijf alles wat je voelt met dat zintuig op dit moment. Zie je de lucht als je naar buiten kijkt of je honden op de bank? Hoor je de klok tikken of het verkeer buiten? Welk zintuig je ook kiest, schrijf zo veel mogelijk details op als je kunt in 30 seconden. Start!

Werk vanuit deze zintuigen de 5W+H-vragen uit tot een verhaal.

3. 

Open een woordenboek, sluit je ogen, kies een willekeurig woord en schrijf daarover. Hup, hup, kijk eens hoeveel je kunt schrijven over één woord in 30 seconden. Het maakt niet uit of je het woord fantastisch of gek vindt of dat je vindt dat iedereen dit mooie woord in elk gesprek zou moeten gebruiken. Schrijf erover!

4. 

Kies één van je favoriete herinneringen, een dag die speciaal voor je was. Waarom was het speciaal? Wat deed je op die dag? Wie waren er bij je? Wat was het beste moment? Som ze allemaal op!

Werk het uit vanuit jezelf of een ander personage.

5. 

Luister een zomers liedje en schrijf gedurende de eerste 30 seconden. Welk gevoel roept het liedje op? Blijdschap, verdriet, passie, inspiratie? Waarom houd je van dit liedje? Heb je sterke herinneringen die samenhangen met dit lied? Gooi ze op papier!

Werk een herinnering uit tot een verhaal. 

6. 

Kies twee voorwerpen die bij de zomer passen. Zet ze naast elkaar en schrijf een kort gesprek tussen hen. Wat zou jouw zonnebrandcrème tegen je surfplank zeggen als ze verliefd op elkaar waren? Waar zou een ruzie tussen jouw bikini en je badhanddoek over kunnen gaan? Of stel je voor dat de voorwerpen elkaar voor het eerst ontmoeten.

7. 

De zomer is de tijd van de liefde. Schrijf een liefdesbrief. Dit kan zijn aan je vriend(in), maar ook aan je geliefde fiets, bed, zachte kussen of broodje pindakaas. Geef het een zomers tintje en klaar is Kees!

8. 

Schrijf een kort verhaal vanuit het perspectief van een persoon die buiten in de zon loopt. Dat is heel bijzonder, want dit personage leeft in een wereld die eeuwenlang in volstrekte duisternis gehuld was.

9. 

Schrijf een scène die alleen uit dialoog bestaat. Kies uit:

• Start met de zin: “Wat moet ik doen? Hij zit daar al de hele dag.”
  
• Schrijf een scène die begint met de zin: “Ik hoef nergens sorry voor te zeggen.”
  
• Schrijf een scène die begint met de zin: “Ik heb dit nog nooit tegen iemand verteld, maar ik ga het nu aan jou vertellen.”
  
• Schrijf een scène die begint met de zin: “Waar heb je dat gevonden?”

10. 

Denk eens na over de volgende vragen en werk een antwoord erop uit tot een kort verhaal:

• Gedraag je je online anders dan in het echte leven?
• Ga je liever laat naar bed of sta je liever vroeg op?
• Als je een decennium uit de afgelopen 100 jaar zou kunnen bezoeken, welk 
• Wat is de beste keuze die je ooit gemaakt hebt?
• Denk je dat buitenaardse wezens bestaan?
• Wat is je favoriete geur en waarom vind je dat?
• Als je een droomvakantie mocht houden, waar ging die dan naartoe?
• Als je het helemaal zelf mocht weten, wat zou je dan het liefste doen?

Voorbeelden

Op de volgende pagina's vind je een heleboel voorbeeldverhalen. 

schrijvenonline.org

schrijvenonline.org

writenow.nu

leesuur.nl