Leesvaardigheid 6

VWO 6 - Leesvaardigheid 6
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 6 - Leesvaardigheid 6

Slide 1 - Slide

Today
Class work
review questions

Individually
practise exam

Slide 2 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 11

Which of the following fits the gap in paragraph 1?
A    a boyish innocence associated with
B    a connotation of sexuality attached to
C    a self-consciousness about
D    a strong sense of masculine pride in

Zorg ervoor dat je weet wat alles betekent, eventueel met gebruik van woordenboek. 

Slide 3 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 11

Which of the following fits the gap in paragraph 1?
A    a boyish innocence associated with = een jongensachtige onschuld geassocieerd met
B    a connotation of sexuality attached to = een ondertoon van seksualiteit gehecht aan
C    a self-consciousness about = een zelf bewustzijn over
D    a strong sense of masculine pride in = een sterk gevoel van mannelijke trots in


Slide 4 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 11

Lees nu de tekst. Focus in eerste instantie op de zin voor en na de gap. Indien nodig, lees je meer. Let op signaalwoorden. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 11

Het gaat in de tekst om het gevoel dat mannen hebben bij het hebben van een baard. In antwoord C en D wordt er een gevoel gegeven. 

Oorspronkelijk was antwoord C het goed antwoord, maar ze hebben bij dit examen later ook antwoord D goed gerekend. Beide antwoorden passen in de tekst. 

Slide 7 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 12

Which of the following fits the gap in paragraph 2?
A absurd
B commonplace
C realistic
D urgent 

Zorg ervoor dat je weet wat alles betekent, eventueel met gebruik van woordenboek. 

Slide 8 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 12

Which of the following fits the gap in paragraph 2?
A absurd = absurd
B commonplace = alledaags
C realistic = realistisch 
D urgent = urgent, dringend 


Slide 9 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 12

Lees nu de tekst. Focus in eerste instantie op de zin voor en na de gap. Indien nodig, lees je meer. Let op signaalwoorden. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 11

Door de zin ´For these reasons ... gap´ kun je concluderen dat het antwoord negatief zal zijn. commonplace en realistic vallen dus af. In de zin na de gap staat dat er een voorbeeld volgt. Als je het voorbeeld leest, zie je dat hier niets staat over urgentie, er worden wel een beetje rare dingen genoemd die worden aangeboden. 

Op deze manier kom je op het antwoord absurd

Slide 12 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 13
Geef van elke van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de inhoud van alinea 3 en 4.
1 In general, men actively try to lead a self-sufficient life.
2 The writer is convinced modern men need a beard to establish a sense of self.
3 The writer implies that our ancestors would have preferred to work in an office had they lived today.
4 Bearded hipsters consider fine dining to be something for yuppies.
Noteer “wel” of “niet” achter elk nummer op het antwoordblad. 

Slide 13 - Slide

Belangrijk dat je weet wat elke zin betekent. Je kunt de belangrijkste informatie aanstrepen/markeren en/of de zinnen voor jezelf vertalen.
1 In general, men actively try to lead a self-sufficient life.
In het algemeen proberen mannen actief een zelfvoorzienend leven te leiden. 
2 The writer is convinced modern men need a beard to establish a sense of self.
De schrijver is ervan overtuigd dat moderne manen een baard nodig hebben om een gevoel van eigenwaarde te verkrijgen. 
3 The writer implies that our ancestors would have preferred to work in an office had they lived today.
De schrijver impliceert dat onze voorouders de voorkeur hadden gehad voor kantoorwerk als ze nu geleefd hadden.
4 Bearded hipsters consider fine dining to be something for yuppies.
Bebaarde hipsters beschouwen lekker eten als iets voor yuppies. 

Slide 14 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 13

Lees nu de tekst. Let op de informatie die je hebt onderstreept/gemarkeerd. Let ook op signaalwoorden, hier vind je vaak het juiste antwoord in de buurt. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 13

Na het lezen van deze alinea's is het enige wat je tegenkomt een stukje over voorouders. Er wordt gezegd dat, mochten mannen vandaag het harde werk kennen, ze blij zouden zijn met alle gemakken van tegenwoordig. 

Oftewel, alleen 3 is 'wel'. 

Slide 17 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 14

“But what if, rather than revealing our connection with “real life”, this urge
reveals our disconnection from it?” (alinea 4)
Leg in je eigen woorden uit wat bedoeld wordt met “this urge”. 

- uitgangspunt is de quote in alinea 4. 
- je moet op zoek naar wat er bedoeld wordt met 'this urge', wat kan worden vertaald met 'deze drang'.  
- je gaat dus op zoek in de tekst hierboven (this urge suggereert dat het eerder genoemd is) naar een ander woord voor 'urge'. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 14

Oftewel het antwoord moet iets zijn met de strekking:
de wens om mannelijkheid te accentueren door fysiek werk te doen
of
het verlangen om fysieke arbeid te doen/echte mannendingen te doen
of
het romantiseren van echt werk
of
het verlangen een echte man te kunnen zijn




Slide 20 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 15

Which of the following fits the gap in paragraph 5?
A appropriateness
B eccentricity
C fashion
D tradition 

Zorg ervoor dat je weet wat alles betekent, eventueel met gebruik van woordenboek. 




Slide 21 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 15

Which of the following fits the gap in paragraph 5?
A appropriateness = geschiktheid
B eccentricity = excentriciteit, ongewoonheid
C fashion = mode
D tradition = traditie





Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Review questions
Tekst 5, vraag 15

Het gaat in de tekst over steeds wisselende trends en dus verschil in mode. 

Oftewel, het goede antwoord is C. 




Slide 24 - Slide

What to do?
Examentekst 2018, tijdvak 1

Tekst 6 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

End of the class
Homework: finish 'what to do' 

Slide 28 - Slide