This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 180 min
Items in this lesson
Bijeenkomst woonleefondersteuner
Lesdag één
Slide 1 - Slide
Programma van vandaag
Kennismaking
Maatschappelijke verandering in de zorg in combinatie met SamenThuus
Rol van de woonleefondersteuner
Stimuleren eigen regie, gemeenschap, netwerk en het betrekken van de cliënt
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Kennismaking
Welk voorwerp heb je meegenomen en wat typeert dit voorwerp voor je motivatie om in de zorg te werken.
Verdere vragen m.b.t. voorstellen;
- Waar kom je vandaan (ook qua werk etc.)
- Ervaring in de zorg
- Wat hoop je te kunnen betekenen in deze functie
- Wat zijn je eigen verwachtingen van ons/team
- Wat heb je nodig om je functie te kunnen uitvoeren?
Slide 3 - Slide
Maatschappelijke verandering zorg
En wat betekent dit onder andere voor Markenheem
Conclusie:
Dubbele vergrijzing
Minder zorgpersoneel
Onvoldoende verpleeghuisplekken
Oplossing:
Verpleeghuis-
zorg thuis
Slide 4 - Slide
Welke functies werken er binnen een wijkteam.
- Helpende (Plus)
- Verzorgende (IG)
- Verpleegkundige in de wijk
- Wijkverpleegkundige
Nieuw:
- Woonleefondersteuner
Slide 5 - Slide
Diverse indicaties in de wijkverpleging
Die van invloed zijn op de zorg die we (mogen) leveren
ZVW
WMO
- ADL-zorg
- Medicatie
- VP/VZ handelingen
- Zorgtechnologie
- Terminale zorg
- huishouding
- Dagbesteding
- Hulpmiddelen
- Aanpassing woning
24-uur zorg nabijheid nodig en wordt de zorg steeds zwaarder?
WLZ
MPT
VPT
Slide 6 - Slide
Wat houdt SamenThuus (VPT) nou in?
Slide 7 - Slide
Wat betekent dit voor de extramurale zorg als geheel?
24/7 dekking
Nieuwe functie
Woonleef-
ondersteuner
Zelfredzaamheid cliënten
Meer inzet op eigen functie
- Alarmopvolging overdag
- Nachtzorg Sensire
Bestaande uit 3 onderdelen
1) Hulp bij huishouden
2) Welzijn
3) ADL-zorg
1) Vooral samen doen i.p.v. overnemen (zorgen dat i.p.v. zorgen voor)
2) Technologie waar mogelijk
3) (Sociale)netwerk in kracht zetten
Inzet op waar je voor geleerd hebt
- Werken passend bij functieniveau.
Anders denken, doen en willen.
Slide 8 - Slide
Woonleefondersteuner les1
Rol van woonleefondersteuner
Rol binnen het team en het netwerk
Opdracht zelfstandig:
Maak een woordweb op papier en vul hem in met alle taken en verantwoordelijkheden die volgens jou bij de functie van woonleefondersteuner komen kijken (denk aan alle drie de componenten; ADL-zorg, welzijn & huishoudelijke taken).
Gezamenlijk:
Ieders woordweb met elkaar bespreken en toelichten.
Slide 9 - Slide
Mw. Jansen vraagt of je standaard haar brood wilt smeren, je bent er immers toch rond lunchtijd.
A
Ik ben er toch en voor mij is het een kleine moeite, ik smeer haar brood
B
Ze heeft dit altijd zelf gedaan, ik motiveer haar om het zelf te proberen
C
Ik geef aan dat ik hiervoor niet bij haar kom
D
Ik observeer of haar dit daadwerkelijk lukt
Slide 10 - Quiz
Mw. Jansen heeft erg droge benen en vraagt of je haar benen in wil smeren met een vette zalf.
A
Ik observeer naar verdere huidklachten; roodheid, schilfers, wondjes
B
Ik smeer haar benen in met een vette zalf
C
Dit valt niet onder persoonlijke verzorging, dus ik doe dit niet
D
Ik ben niet bekwaam om een vette zalf aan te brengen
Slide 11 - Quiz
Mw. Jansen geeft aan zich niet fit te voelen vanmorgen, je ziet dat ze rode blosjes heeft.
A
Ik wacht af of ze zich een dag later beter voelt
B
Ik neem contact op met een VIG/VP collega en vraag haar mee te kijken
C
Ik neem contact op met de huisarts
D
Ik bel de eerste contactpersoon
Slide 12 - Quiz
Mw. Jansen vraagt om paracetamol vanwege hoofdpijn (komt vervolg).
A
Ik geef haar aan dat ik geen medicatie mag geven en geef haar dit niet
B
Ik bel een VIG/VP collega en vraag of mw. paracetamol mag hebben
Slide 13 - Quiz
Vervolg op de vorige vraag: Wanneer paracetamol gegeven mag worden, geef ik dit zelf aan mw. Jansen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Je ziet dat de wasmachine van mw. Jansen vol zit met schone was en je weet dat het haar zelf niet lukt om hier wat mee te doen.
A
Je haalt de was uit de wasmachine en vouwt dit zelf op.
B
Je kijkt of je samen met mw. de was kan uithangen en opvouwen.
Slide 15 - Quiz
Mw. Jansen geeft aan zich eenzaam te voelen.
A
Ik vraag of ik vaker bij mw. Jansen op de koffie mag
B
Ik ga in de omgeving na of er activiteiten zijn waarbij mw. kan aansluiten
C
Ik ga met mw. Jansen in gesprek over wat zij altijd fijn vond om te doen
D
Ik rapporteer de uitspraken dat mw. Jansen zich eenzaam voelt
Slide 16 - Quiz
Mw. Jansen is gevallen, je treft haar aan op de grond.
A
Ik til haar overeind en zet haar in de stoel
B
Ik laat mw. Jansen liggen tot er hulp is gekomen
C
Ik bel een VIG/VP collega en help mw. Jansen samen overeind
D
Ik help mw. in een prettige houding op de grond, tot er hulp is gekomen
Slide 17 - Quiz
Je bent bij mw. Janssen om haar te ondersteunen met wassen. Je krijgt een alarm dat dhr. Peters naar het toilet moet
A
Je maakt je werkzaamheden bij mw. Jansen af en gaat nadien naar dhr. Peters
B
Je laat je werkzaamheden vallen en gaat direct naar dhr. Peters
C
Je zorgt dat mw. Jansen zich redt en gaat nadien direct naar dhr. Peters
Slide 18 - Quiz
Je ziet dat mw. Jansen een wondje heeft op haar arm
A
Ik plak een pleister op het wondje
B
Ik vraag of de VIG/VP collega langs wil komen om het wondje te behandelen
C
Ik maak een foto van het wondje en stuur deze door naar de VIG/VP collega
D
Ik maak het wondje schoon en behandel naar eigen inzicht
Slide 19 - Quiz
Mw. Jansen geeft aan erg gezweet te hebben, ze staat voor morgen op de planning om te gaan douchen
A
Ik leg haar uit dat ik haar morgen kom douchen
B
Ik reik mw. Jansen deodorant aan
C
Ik vraag haar of ze liever vandaag gaat douchen en kijk of ik dit red in mijn planning
Slide 20 - Quiz
Zelfredzaamheid
Zelfmanagement
Eigenregie
Termen
Zelfredzaamheid, zelfmanagement en eigenregie
Slide 21 - Slide
Woonleefondersteuner les2
Zelfredzaamheid & Samenredzaamheid
Een terugkomend onderwerp in de zorg
Stellingen
‘Mensen kunnen veel meer zelf dan we (en zijzelf) denken’
‘Iemand die ondersteuning nodig heeft, kan vrijwel altijd samen met zijn persoonlijke netwerk passende oplossingen bedenken.’
‘Mensen die ondersteuning nodig hebben, moeten deze zoveel mogelijk van familie, vrienden of buren krijgen.’
‘Het is goed dat de overheid verwacht dat mensen meer voor elkaar zorgen.’
Slide 22 - Slide
Stimuleren eigen regie, gemeenschap, netwerk en het betrekken van de cliënt
Opdracht:
Wat zie je en wat valt op m.b.t. eigen regie.
Wat zou je anders doen of wat vind je goed aan het filmpje?
Video:
Casus 'Pinkeln' - Eigen regie van ouderen met een somatische aandoening in de intramurale zorg
https://www.youtube.com/watch?v=jHQ9cud6tTs
Slide 23 - Slide
Eigen regie
Lijkt vanzelfsprekend, maar zie je dat altijd terug in de praktijk?
Opdracht:
Bedenk 5 dagelijkse bezigheden die je iedere dag doet, waar je eigenlijk niet zonder kan (schrijf op papier).
Bijvoorbeeld; iedere dag je tandenpoetsen of elke dag douchen, een boek lezen voor het slapen gaan.
Slide 24 - Slide
Opdracht:
Stel jezelf voor dat je 86 bent, woont zelfstandig in een aanleunwoning. Door ouderdom ben je rolstoel afhankelijk en kan je niet alles meer, wat je altijd gewend was.
Maak een persoonlijk overzicht van je eigen (sociale)netwerk om jou heen, die jou kunnen ondersteunen bij alle dagelijkse activiteiten die jij nodig hebt om een gelukkig leven te kunnen leiden.
Denk breed en out of the box; bijv. ADL-zorg, boodschappen, koken, schoonmaak, activiteiten/hobby's etc. etc. etc.
Slide 25 - Slide
Afronding
- Tips voor ons?
- Ervaring van vandaag (wat is fijn, wat minder?)
- Helder beeld van SamenThuus?
- Hoe is het beeld v.d. functie? Enthousiast?
- Is de term eigen regie helder?
- Hebben we bereikt om een sociaal netwerk inzichtelijk te maken en wat hoort er bij een sociaal netwerk?
Wat gaan we de volgende keer doen:
- Meenemen; een oud wijd t-shirt/trui of ander kledingstuk.
locatie: Skillslab - aanwezig om 8uur, is dit mogelijk?