Voorbeeldopgaven vernieuwing CSE 3

Voorbeeldopgaven vernieuwing CSE 3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Voorbeeldopgaven vernieuwing CSE 3

Slide 1 - Slide

Vraag 1

Bron 1 bevat meerdere voorbeelden van figuurlijk taalgebruik dat met het
tekstthema te maken heeft, zoals ‘stralende toekomst’.
Citeer twee andere voorbeelden van dergelijk figuurlijk taalgebruik in
bron 1.

Slide 2 - Slide

Vraag 1
twee van de volgende:

  • (Het geloof is …nog niet) “uitgedoofd” (regels 1-3)
  •  “kernachtig (verwoorde)” (regels 4-5)
  •  “een klimaat van ontkenning” (regels 8-9)
  •  “straal (naast zitten)” (regels 20-21) 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vraag 3
In regel 14 van bron 1 wordt gesproken over een klantvriendelijk
adviesbureau dat concludeert dat atoomenergie kan concurreren met zonen windenergie

Welk effect heeft het gebruik van de term “klantvriendelijk” hier? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vraag 4 - 2 punten
Een kritisch lezer zou kunnen zeggen dat de titel van bron 1 een
woordspeling bevat en dat de auteur hiermee probeert de lezer te beïnvloeden
Leg uit welke woordspeling dat is en geef aan op welke manier de lezer daarmee beïnvloed kan worden
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen. 

Slide 9 - Slide

Vraag 4 - 2 punten
De woordspeling is dat wordt gesproken van “hitte maken” in plaats van nucleaire energieopwekking / energie opwekken met kerncentrales --> 1 

(De lezer kan hiermee beïnvloed worden) doordat hiermee wordt gesuggereerd dat kernenergie juist voor meer opwarming van de aarde zorgt / dat kernenergie niet gaat helpen tegen opwarming van de aarde /
dat er verhitte debatten over het thema kernenergie worden gevoerd. --> 1

 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 10 - Slide

Vraag 5 
In bron 2 staat: “Wij weten dat onze zorg onder druk staat en jaarlijks meer dan 2 miljoen mensen zich melden op de Spoed Eisende Hulp (SEH). We weten ook dat slechts 385 daarvan vuurwerk gerelateerd zijn.”

Welk beeld over vuurwerk en de druk op de zorg schetst de
branchevereniging in bron 2 met deze uitspraak?  

Slide 11 - Slide

Vraag 5 

Het aantal vuurwerkslachtoffers (is gering en) heeft niet veel invloed op de druk op de zorg. 
Of: De zorg heeft het druk, maar dat komt niet door
vuurwerkongevallen (en dus is een vuurwerkverbod niet nodig). 

Slide 12 - Slide

Vraag 6: Klopt het beeld dat de branchevereniging in bron 2 geeft over het aantal
vuurwerkslachtoffers, als je kijkt naar de gegevens in bron 3?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Vraag 6 - 1 punt
Het draait om je motivatie. 

Slide 14 - Slide

Vraag 6
Ja, want in de afbeelding staat dat er 385 vuurwerkslachtoffers op de eerste hulp belanden na oud en nieuw.
of
Nee, want er worden ook nog 900 slachtoffers behandeld bij de huisartsenpost.
of
Nee, want die 385 is het hoogste dagaantal, waardoor de SEH in één keer een enorm aantal slachtoffers meer moet behandelen dan op de andere dagen in het jaar. 

Slide 15 - Slide

Vraag 7 
De auteur kiest in zijn tekst (bron 4) voor onder meer de volgende woorden: 'heeft te lijden onder' (regel 17) en “Mijn verbazing is dan ook groot” (regels 24-25)

 Leg uit op welke manier dit woordgebruik het standpunt van de auteur over biologische landbouw ondersteunt.
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden. 

Slide 16 - Slide

Vraag 7

Dit woordgebruik versterkt zijn negatieve houding tegenover biologische landbouw.

 Maximumlengte van het antwoord: 15 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 17 - Slide

Vraag 8 
“Ikzelf ben aanhanger van het ecomodernisme, een optimistische
duurzame stroming die begin deze eeuw is komen overwaaien uit de
Verenigde Staten.” (regels 40-44)

Wat is het effect van het gebruik van het woord “optimistische”, als het
gaat om de tegenstelling tussen intensieve en biologische landbouw in
bron 1? 

Slide 18 - Slide

Vraag 8
(Het effect hiervan is) dat intensieve landbouw als een goede oplossing voor de toekomst wordt gepresenteerd / dat intensieve landbouw als een betere oplossing wordt neergezet dan biologische landbouw. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vraag 9 
Wat moet Fokke volgens bron 5 anders doen als zijn kind Jenne weer een opstel moet schrijven?

Noem twee dingen. Baseer je antwoord op alinea 8 van bron 5.
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen. 

Slide 21 - Slide

Vraag 9 
Fokke zou Jenne zelf het opstel moeten laten schrijven /
de gelegenheid moeten geven fouten te maken -->  1 punt
en moeten steunen als het onvoldoende is / als het niet goed gaat. --> 1 punt

Slide 22 - Slide

Vraag 10
Wat is volgens bron 7 het gevolg van een opvoeding door curlingouders?
Geef antwoord in één of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 

Slide 23 - Slide

Vraag 10 
(Het gevolg is) dat kinderen alleen zijn voorbereid op een leven zonder hindernissen/tegenslagen. / dat kinderen niet zijn voorbereid op een leven met hindernissen/tegenslagen. / dat kinderen het later moeilijk krijgen als ze zonder hun ouders problemen moeten oplossen.
 Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 24 - Slide

Vraag 11
Welke boodschap over opvoeden hebben zowel bron 5 als bron 7?

Geef antwoord in één of meer volledige zinnen. 

Slide 25 - Slide

Vraag 11
Curling-opvoeden is geen goed idee. / Ouders moeten hun kinderen minder beschermen tegen vervelende dingen. / Ouders moeten hun kinderen gewoon vervelende dingen laten meemaken.

 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 26 - Slide

Vraag 12
Noem één tip voor ouders die wel te vinden is in bron 5 maar niet in  bron 7.

Geef antwoord in één of meer volledige zinnen. 

Slide 27 - Slide

Vraag 12
een van de volgende:
  • Ouders moeten hun kinderen steunen.
  • Ouders moeten hun kinderen zelfvertrouwen geven.
  • Ouders moeten een netwerk om hun kinderen vormen.
  • Ouders moeten zelf (kleine) tegenslagen voor hun kind veroorzaken.
 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 28 - Slide