6 jongeren stellen zich aan jou voor. Lees eerst de teksten en maak opdracht 1 t/m 4
Je werkt in stilte
timer
5:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with text slides.
Items in this lesson
Herzlich Wilkommen!
Startopdracht:
6 jongeren stellen zich aan jou voor. Lees eerst de teksten en maak opdracht 1 t/m 4
Je werkt in stilte
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we dit jaar allemaal leren?
Verdieping en verbreding van de vaardigheden lezen, spreken, schrijven en luisteren in het Duits.
Ook met de grammatica gaan we meer de verdieping in en gaan we al oefenen voor het eindexamen.
Slide 2 - Slide
Periode 1 + 2 =80 minuten per week
Periode 3 + 4 = 160 minuten per week
Maak je werk en leer de woordjes, dit maakt jouw eigen leven (en dat van mij ) een stuk prettiger :).
Slide 3 - Slide
Wat ik graag wil:
Als er iemand anders aan het woord is, ben jij stil en luister je naar de ander.
Je doet goed en serieus mee tijdens de lessen Duits.
Je maakt de opdrachten en leert het leerwerk.
Je hebt jouw spullen op orde (gevulde etui, boek, schrift, wisbord).
Je houdt je aan de schoolafspraken.
Slide 4 - Slide
PTA Duits 25%
Periode 1: grammatica toets (5%)
(week 21 oktober)
Periode 2: examenwoorden (5%)
Periode 3: schrijfvaardigheid (7,5%)
Periode 4: leesvaardigheid (7,5%)
Slide 5 - Slide
B-uren: 1e uur op ma/wo/vr
Doe goed mee met de lessen, maak je opdrachten, leer in kleine stapjes en laat het weten als dingen nog niet lukken.
Slide 6 - Slide
Schrijf de volgende vragen over in jouw schrift en vertaal deze naar het Nederlands.
1. Wer bist du?
2. Wie alt bist du?
3. Wann hast du Geburtstag?
4. Wo wohnst du?
5. Was ist dein Lieblingsfach?
6. Wie viele Geschwister hast du?
timer
4:00
Slide 7 - Slide
Wer bin ich????
1. Wer bist du? Mein Name ist Yentl Schuffelen.
2. Wie alt bist du? Ich bin 28 Jahre alt.
3. Wann hast du Geburtstag? Ich habe Geburtstag am achtundzwanzigsten (28.) September.
4. Wo wohnst du? Ich wohne in Halfweg.
5. Was ist dein Lieblingsfach? Mein Lieblingsfach ist Deutsch. 6. Wie viele Geschwister hast du? Ich habe einen Bruder und eine Schwester.
Slide 8 - Slide
Wer bist du? Geef in het Duits antwoord op de vragen.
1. Wer bist du?
2. Wie alt bist du?
3. Wann hast du Geburtstag?
4. Wo wohnst du?
5. Was ist dein Lieblingsfach?
6. Wie viele Geschwister hast du?
timer
3:00
Slide 9 - Slide
Wiederholung Grammatik
- haben, sein & werden
- rangtelwoorden
- vraagwoorden
Slide 10 - Slide
pers. vnw
haben = hebben
sein = zijn
werden = worden/zullen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/ Sie
Slide 11 - Slide
1= eins
11= elf
21= einundzwanzig
2= zwei
12= zwölf
22= zweiundzwanzig
3= drei
13= dreizehn
23= dreiundzwanzig
4= vier
14= vierzehn
24= vierundzwanzig
5= fünf
15= fünfzehn
25= fünfundzwanzig
6= sechs
16= sechzehn
26= sechsundzwanzig
7= sieben
17= siebzehn
27= siebenundzwanzig
8= acht
18= achtzehn
28= achtundzwanzig
9= neun
19= neunzehn
29= neunundzwanzig
10= zehn
20= zwanzig
30= dreißig
Slide 12 - Slide
Regel 1: getallen t/m 19
Schrijf het getal uit in het Duits en plak er -te achter
Voorbeelden:
2e= zwei + te = zweite
5e = fünf + te = fünfte
18e = achtzehn + te = achtzehnte
Slide 13 - Slide
Regel 2: getallen vanaf 20
Schrijf het getal uit in het Duits en plak er -ste achter
Voorbeelden:
23e= dreiundzwanzig + ste = dreiundzwanzigste
25e = fünfundzwanzig+ ste = fünfundzwanzigste
30e = dreißig + ste = dreißigste
Slide 14 - Slide
4 uitzonderingen
1e= erste
3e= dritte
7e= siebte
8e= achte
Slide 15 - Slide
Boek deel A
Boek deel B
Slide 16 - Slide
Kapitel 1
- Berlin und ihre Geschichte
- Schule in Deutschland
- Familie
- (Haus)Tiere
Slide 17 - Slide
Öffnet euer Buch auf S. 46
Hier staan de woorden en de zinnen die je nodig hebt om de opdrachten van Kapitel 1 te maken.
Er zullen iedere les opdrachten worden opgegeven en er zal ook gewerkt worden met het boek. De woordjes en zinnen zijn belangrijk om jouw kennis van de Duitse taal te vergroten. Deze zullen niet meer allemaal per hoofdstuk worden getoetst.
Slide 18 - Slide
Aufgaben machen im Arbeitsbuch
Macht Aufgabe 2 und 3 auf S. 8/9
&
Aufgabe 5 und 8 auf S. 10/11
Slide 19 - Slide
Neem je agenda erbij :)
Lezen: Hauptstadt Berlin (S.9) + Schule in Deutschland (S.10)
Leren: grammatica aantekeningen (haben, sein, werden, rangtelwoorden, vraagwoorden)
Maken: Aufgabe 2 und 3 auf S. 8/9 &
Aufgabe 5 und 8 auf S. 10/11
Slide 20 - Slide
Vraagwoorden
NL
DE
wanneer
waar
wie
hoe (zo)
wat
waarvandaan
waarheen
Slide 21 - Slide
Pak je startopdracht er nog eens bij.
Stel om en om een vraag en stel jezelf voor aan de leerling die naast jou zit.
Klaar? Bedenk nog 3 vragen met de vraagwoorden:
wohin & woher
Slide 22 - Slide
Wer bist du? Geef in het Duits antwoord op de vragen.
1. Wer bist du?
2. Wie alt bist du?
3. Wann hast du Geburtstag?
4. Wo wohnst du?
5. Was ist dein Lieblingsfach?
6. Wie viele Geschwister hast du?
timer
3:00
Slide 23 - Slide
Sprechen :)
Ik noem één van jullie namen en gooi de strandbal naar jou toe.
Ik stel je een Duitse vraag waarin jij in jouw mooiste Duits antwoord geeft.