(t3) H1 arm en rijk in Nigeria deel 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 arm en rijk in Nigeria blz. 8
  • maken opdracht 1 t/m 3 paragraaf 1 blz. 4/5
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • bruto nationaal product (bnp)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 arm en rijk in Nigeria blz. 8
  • maken opdracht 1 t/m 3 paragraaf 1 blz. 4/5
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • bruto nationaal product (bnp)

Slide 1 - Slide

6

Slide 2 - Video

00:43
Nigeria is een land in Afrika met...
A
het meeste voedsel
B
het meeste oorlog
C
het meeste geld

Slide 3 - Quiz

02:03
door Lagos lopen ... belangrijke snelwegen
A
4
B
1
C
2
D
3

Slide 4 - Quiz

03:30
de verschillende vorsten in Nigeria hebben...
A
veel macht
B
weinig macht

Slide 5 - Quiz

05:35
het land kan je opdelen in ... delen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

07:31
op het gebied van landbouwproductie staat Nigeria wereldwijd op plek...
A
1
B
4
C
2
D
6

Slide 7 - Quiz

09:19
de officiële taal in Nigeria is...
A
Engels
B
Nigeriaans pidgin Engels
C
Afrikaans

Slide 8 - Quiz

Nigeria
  • even groot als Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk samen
  • land met meeste inwoners in Afrika (200 miljoen)
  • veel natuurlijke hulpbronnen
  • grootste inkomstenbron = olie
  • andere inkomsten zijn goud, cacao en plantaardige olie
  • eigen versie van Hollywood = Nollywood

Slide 9 - Slide

bnp/hoofd
bnp/hoofd = het bruto nationaal product per hoofd (inwoner) van de bevolking
dit kan je berekenen door: Alles wat een land verdiend÷aantal bewoners
Bijvoorbeeld:
NL verdient 780 Miljard. Er zijn 17 miljoen NL’ers
780000000000÷17.000.000=45882 = het bnp/hoofd

Slide 10 - Slide

bnp/hoofd wereldwijd

Slide 11 - Slide

inkomensverdeling 
  • ongelijk verdeeld
  • klein deel van de bevolking (10%) verdient 30% van het bnp
  • de helft (50%) verdient maar 24% van het bnp

Slide 12 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 1 blz. 8 meten van welvaart
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 1 H1
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz.8 
  • werkboek blz. 4
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 13 - Slide

Hoe vond je deze les gaan? voor jezelf of klassikaal. geef een cijfer of leg uit

Slide 14 - Open question