Les 13 - werkwoordspelling

Lesplanning

1. Lezen - 10 min
2. Wat weet je nog? - 10 min
3. Aantekeningen - 10 min
4. Aan de slag - 5 min
5. Afsluiten - 5 min

Proefwerk: woe 15 nov - 4e uur
timer
10:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning

1. Lezen - 10 min
2. Wat weet je nog? - 10 min
3. Aantekeningen - 10 min
4. Aan de slag - 5 min
5. Afsluiten - 5 min

Proefwerk: woe 15 nov - 4e uur
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 2 - Mind map

De persoonsvorm
  • Wat voor een woord is de persoonsvorm?
  • Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?
Ohja!

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
- een werkwoord heeft verschillende persoonsvormen. Het past zich aan, aan wie of wat het doet

Slide 4 - Slide

De persoonsvorm vind je door:
  • De zin vragend te maken.
    Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik heb vanavond voetbaltraining.  

  • De zin in een andere tijd te zetten. 
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Ik ga altijd op de fiets naar training. 

Slide 5 - Slide

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
een persoon
B
zelfstandig naamwoord
C
onderwerp
D
werkwoord

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 7 - Quiz

'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 8 - Quiz

Aan het werk
  • Les 13: opdr. 1 + 2
  • Nakijken 

Slide 9 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 10 - Open question