2.3 Economisch bekeken - H2.2 Een etentje thuis - GT

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen.
  • aangeven wat er nodig is voor de productie (hulpmiddelen).
  • wat de verschillen zijn tussen zelf produceren en uitbesteden.
  • de waarde van de productie thuis uitrekenen.
Wat gaan we leren?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen.
  • aangeven wat er nodig is voor de productie (hulpmiddelen).
  • wat de verschillen zijn tussen zelf produceren en uitbesteden.
  • de waarde van de productie thuis uitrekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 1 - Slide

2.2 Een etentje thuis

Slide 2 - Slide

Terugblik


Wat hebben we de vorige les behandeld? 

Slide 3 - Slide

  • Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
  • Ik ken het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald
      produceren
    .
  • Ik kan uitleggen wat consumeren is.
  • Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in
      middelen en tijd
    .
Paragraaf 2.1 Consumeren is kiezen

Slide 4 - Slide

2.2 Een etentje thuis

Slide 5 - Slide

Maken opdrachten
Maak de opdrachten 1 t/m 8 (online).
Dit is tevens huiswerk.

Je werkt in stilte aan je opdrachten, rustig overleggen met je buurman/ vrouw mag. Steek je hand op bij vragen.

Slide 6 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren. De andere is:

  • Betaald produceren. Dat is iets
     doen of maken tegen betaling.
  • Voorbeelden: Werken als schilder,
      bakker, kok, etc.



Betaald produceren

Slide 7 - Slide

Er zijn twee soorten van produceren.

  • Onbetaalde productie. Dat is iets
     doen of maken zonder betaald te
     worden.
  • Voorbeelden: Eten koken, de was
     doen, kinderen verzorgen en de
     fiets zelf repareren.



Onbetaald produceren

Slide 8 - Slide

Om te produceren hebben we hulpmiddelen nodig.

  • Gereedschap: Om te schilderen hebben
      we kwasten nodig.
  • Arbeid: Iemand moet de handeling van het
      verven doen.
  • Natuur: Om onbetaalde productie te doen
     is vaak ook een stukje natuur nodig,
     bijvoorbeeld water om kwasten schoon te
     maken of hout om een kast te maken.


Wat is er nodig om te produceren?

Slide 9 - Slide

Je hebt een lekke band. Je kan dit zelf en koopt voor € 15,- een nieuwe band. Als je het niet zelf kan ga je naar de fietsenmaker en betaal je
€ 17,50 voor de band en € 7,50 voor de reparatie. Wat is de waarde van de productie thuis?

  • Waarde productie thuis = Kosten van productie door een bedrijf - Kosten van zelf produceren
  • (€ 17,50 + € 7,50) - € 15,00 = € 10,- besparing
Waarde productie thuis

Slide 10 - Slide



Productie uitbesteden

  • Je moet ervoor betalen.
  • Je hebt er vaak geen zin in.
  • Je hebt er geen tijd voor.
  • Je kan het zelf niet.


Productie thuis
  • Het is (vaak) gratis.
  • Het is makkelijk.
  • Je hebt wel tijd/zin om het
      te doen.
Consumenten kunnen kiezen!

Slide 11 - Slide

Maken opdrachten
Maak alle opdrachten H2.2  inclusief test jezelf en rekentrainer
Dit is tevens huiswerk.

Je werkt in stilte aan je opdrachten, rustig overleggen met je buurman/ vrouw mag. Steek je hand op bij vragen.

Slide 12 - Slide