H6 MM 2BC les 2 Vrijheid en gelijkheid herh ld 1 uitleg ld2 en 3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma 

6.1 Leerdoelen 

6.1 HW bespreken

6.1 Je kunt antwoord geven op leerdoel 1

6.1 Uitleg leerdoel 2 en 3

6.1 Oefenen met een bronvraag

Huiswerk

 6.1 Slavernij in de 19e eeuw, blz. 111

We lezen de leerdoelen:

Je kunt :

• uitleggen onder welke omstandigheden slaven in Noord- en Zuid-Amerika moesten wonen en werken.
• uitleggen welke betekenis slavernij had voor de Nederlandse koloniën in Amerika.
• uitleggen welke betekenis slavernij had voor Oost-Indië.

Betekenis: belangrijk op het gebied van bijvoorbeeld economie, bestuur, sociaal gebeid, cultureel gebeid

Schrijf de ontbrekende woorden op: Op de plantages in Noord- en Zuid Amerika waren al slaven sinds de ..(1).. e eeuw. Door de slechte werk- en leefomstandigheden was het ..(2).. onder slaven hoog. Dus bleven Europeanen slaven uit ..(3).. aanvoeren. In de 19e eeuw was de aanvoer het hoogst door de ..(4).. vraag naar ..(5: geef zelf twee voorbeelden).

Noem de reacties van slaven op hun situatie:
2 van voor de 18e eeuw en 1 van het einde van de 18e eeuw

de eerste slavenrevolutie leidde tot een nieuwe staat: welke?

INSTRUCTIE

Pak je boek erbij op blz. 112 en 113.

Je krijgt nu uitleg over slavernij in 

- Suriname en de Antillen en in 

- Oost-Indie.

Let goed op. 

ca. 1860

situatie voor slaven vebeterde

Bron 4, blz. 113

We lezen deze bron

 In 1795 kwamen de slaven op Curaçao in opstand. De Nederlandse missionaris Jacobus Schinck vroeg aan het Nederlandse bestuur of hij mocht bemiddelen. Hij sprak met Tula, de leider van de opstand, en bracht verslag uit aan het Nederlandse bestuur. In dit verslag schreef hij wat Tula onder meer tegen hem had gezegd.

Wij zijn al te zeer mishandeld. Wij willen niemand kwaad doen, maar zoeken onze vrijheid. De Franse negers hebben hun vrijheid gekregen, Holland is ingenomen door de Fransen, en dus moeten wij ook hier vrij zijn.

Bronvragen beantwoorden

1. Lees de vraag: wat moet je doen?

2. Lees de bron:
    over welk historisch onderwerp gaat het?
    Welke kennis heb je daarover?

3. Welk deel van de kennis heb je nodig? 

4. Welk deel van de bron kun je als bewijs bij je antwoord gebruiken?

5. Beantwoord de vraag: stukje kennis + bewijs uit de bron + uitleg 
    

Tula wil vrijheid voor de Surinaamse slaven. Hij gebruikt gebruikt de vrijheid van de zwarte Fransen als argument. Leg zijn redenering uit. Gebruik de bron als bewijs bij je redenering. Zet de stappen die we net hebben besproken.

Wat heb je
vandaag geleerd over
de slavernij in de 19e eeuw?

Welke vraag heb je nog over deze paragraaf?

Huiswerk

H6.1: 

"Slavernij in de 19e eeuw" goed lezen.

Maak opdrachten 7 t/m 13.

Doe het zo:

Lees de vraag --> zoek in je leertekst informatie --> is da voldoende of moet je zelf nog redeneren? --> Denk over je antwoord na --> beantwoord de vraag. Je herhaalt de vraag in je antwoord. En bij bronnen  pas je je kennis toe door een stukje uit de bron als bewijs te gebruiken en uit te leggen.