What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ademhalingsstelsel 8-12
Het ademhalingsstelsel
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het ademhalingsstelsel
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is de Latijnse naam van het ademhalingsstelsel?
A
Tr. Circulatorius
B
Tr. Asmaticus
C
Tr. Respiratorius
D
Tr. Inspiratorius
Slide 3 - Quiz
Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
A
in de longblaasjes
B
in de bronchiën
C
In de luchtpijptakjes
D
in de neusholte
Slide 4 - Quiz
Waar vindt diffusie plaats?
A
In het hele ademhalingsstelsel
B
In de longblaasjes
C
In de bronchiën
D
In de larynx
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Wat zijn de voordelen
van
Neusademhaling
Slide 7 - Mind map
Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:
Lucht wordt
vochtig
gemaakt
Lucht wordt
verwarmd
Lucht wordt
gezuiverd
Lucht wordt
gekeurd
Slide 8 - Slide
Een apneu is?
A
Oppervlakkige ademhaling
B
korte diepe ademhaling
C
Te lang en te diep ademhalen
D
Afwezigheid van ademhaling
Slide 9 - Quiz
Wat verstaan we onder dyspnoe
A
tekort aan zuurstof
B
kortademigheid
C
longonderzoek
D
een onregelmatige ademhaling
Slide 10 - Quiz
Middels welk (passief) proces verplaatst zuurstof en koolstofdioxide zich van longen naar bloed?
A
Bloeddruk
B
Osmose
C
Diffusie
D
Colloid Osmotische Druk
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we het middenrif nog meer?
A
Scaleni
B
Diafragma
C
Respiratorius
D
Sternocleidomastoideus
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
hypoxie betekent
A
een laag HB
B
te laag zuurstofgehalte in het bloed
C
te hoog CO2 gehalte in het bloed
D
te laag zuurstofgehalte in de weefsels
Slide 19 - Quiz
Hypoxie
Saturatie <80%
Blauwe verkleuring nagels/vingers en lippen
Snelle ademhaling / benauwd
Hoge pols
Gebruik hulpademhalingsspieren
Verwardheid en onrust/angst
Slide 20 - Slide
10. De normaalwaarde van saturatie is:
A
tussen 95-99%
B
lager dan 95%
C
lager dan 80%
D
hoger dan 99%
Slide 21 - Quiz
9. Saturatie is:
Slide 22 - Mind map
Saturatie
Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
Lager dan 95% overleg arts
Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.
Slide 23 - Slide
Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur
Slide 24 - Quiz
hoe meet je zuurstofgehalte?
saturatie ( verzadiging vd erytrocyten met O2)
veneuze Astrup = vingerprik
Arteriële Astrup (bloed uit slagader gehaald)
Slide 25 - Slide
Aandachtpunten saturatie meten
Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
Nagellak kan de meting beinvloeden
Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)
VS
Goede curve
Slechte curve
Slide 26 - Slide
Indicaties voor het meten van de saturatie
Ontwennen/ afbouwen
Dyspnoe
Cyanose
Afwijkende ademhaling
Hoge of lage pols
Verandering bewustzijn
Slide 27 - Slide
Ingeademde lucht bevat meer / minder koolstofdioxide dan uitgeademde lucht
A
meer
B
minder
Slide 28 - Quiz
In uitgeademde lucht zit meer / minder waterdamp dan in ingeademde lucht
A
meer
B
minder
Slide 29 - Quiz
Waarin zit meer stikstof, in ingeademde of uitgeademde lucht?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht
C
beiden evenveel
Slide 30 - Quiz
Verschillende samenstelling van lucht
Ingeademde lucht:
- Stikstof 76%
- Zuurstof 20%
- Edelgassen 1%
- CO2 0,04%
Uitgeademde lucht:
- Stikstof 76%
- Zuurstof 16%
- Edelgassen 1%
- CO2 4%
Slide 31 - Slide
Welke lucht is het warmst?
A
ingeademde lucht
B
uitgeademde lucht
Slide 32 - Quiz
Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam
Slide 33 - Quiz
Het bloed in de longslagader is
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm
Slide 34 - Quiz
Hoe heet het bloedvat vanaf de longen naar het hart?
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader
Slide 35 - Quiz
De bloedvoorziening van de longblaasjes vormt een onderdeel van
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
Slide 36 - Quiz
De bloedvoorziening van de bronchiën vormt een onderdeel van de
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
Slide 37 - Quiz
1: De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht
die (1) per ademhaling kan worden in – of uitgeademd
2. Je vitale capaciteit is (2) dan je longvolume
A
1: maximaal 2: groter
B
1: minimaal 2: groter
C
1: maximaal 2: kleiner
D
1: minimaal 2: kleiner
Slide 38 - Quiz
Waaruit bestaat de longcapaciteit?
A
Ademvolume + vitale capaciteit
B
Ademvolume + restvolume
C
Vitale capaciteit + restvolume
Slide 39 - Quiz
Hoe heet het volume lucht bij een diepe inademing?
A
vitale capaciteit
B
totale capaciteit - restvolume
C
ademvolume + expiratoir reservevolume
D
ademvolume + inpiratoir reservevolume
Slide 40 - Quiz
Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
Slide 41 - Mind map
Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen
Slide 42 - Quiz
Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
A
in de longblaasjes
B
in de bronchiën
C
In de luchtpijptakjes
D
in de neusholte
Slide 43 - Quiz
Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open
Slide 44 - Quiz
Langs welke route bereikt zuurstof de longblaasjes?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - strottenhoofd - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
B
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
C
neusholte - keelholte - strottenhoofd - luchtpijptakje - luchtpijp- bronchiën - longblaasjes
D
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - luchtpijptakje - longblaasjes
Slide 45 - Quiz
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...
A
Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
B
Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
C
Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
D
Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk
Slide 46 - Quiz
Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes
A
Zuurstof in, Koolstofdioxide uit
B
Koolstofdioxide in, Zuurstof uit
C
Stikstof in, Koolstofdioxide uit
D
Zuurstof in , Stikstof uit
Slide 47 - Quiz
Wat verwacht je mbt de ademhaling bij iemand met obesitas?
A
Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
B
Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is
C
Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
D
Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is
Slide 48 - Quiz
Surfactant is een vettige stof die geproduceerd wordt aan de buitenzijde van de alveoli
A
Juist
B
Onjuist
Slide 49 - Quiz
Maken
opdrachten 6.1 t/m 6.3
Slide 50 - Slide
More lessons like this
D2ATh3 B2: oefenen
September 2019
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Ademhalingstelsel
June 2024
- Lesson with
21 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Gaswisseling
January 2019
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
D2ATh3 B2: In-uitgeademde lucht - Theorie-Praktijk 2020 lln
April 2019
- Lesson with
34 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Gaswisseling en ademhaling
August 2021
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
D2ATh3 B2: In-uitgeademde lucht -Theorie-lln
October 2020
- Lesson with
13 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2ATh3 B4 oefenen
April 2019
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling Thema Verbranding
November 2021
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2