Instructie 11.5 Het netvlies

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het boller of platter maken van de lens noemen we accomoderen. Als de lens plat is, dan.....
A
zien we van dichtbij scherp
B
zien we van veraf scherp
C
Dan is er veel lichtinval
D
Dan is er weinig lichtinval

Slide 3 - Quiz


In het lichaam liggen drie typen zenuwcellen. Bij één van deze drie typen zenuwcellen horen de volgende kenmerken:
– deze zenuwcellen geleiden de impulsen van de ene zenuwcel naar de
ander. 
– uitlopers van deze cellen zijn verbonden met andere zenuwcellen.
Bij welk type zenuwcellen horen de kenmerken?
A
bij bewegingszenuwcellen
B
bij gevoelszenuwcellen
C
bij schakelzenuwcellen

Slide 4 - Quiz

In de afbeelding is de bouw van een oog weergegeven.
Welke letter geeft het hoornvlies aan? En welke letter geeft de ooglens aan?
A
Hoornvlies = P, Lens = Q
B
Hoornvlies = S, Lens = Q
C
Hoornvlies = T, Lens = P
D
Hoornvlies = S, Lens = P

Slide 5 - Quiz

Zintuigcellen zetten prikkels om in .....
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De kegeltjes in het netvlies zijn voor
A
beeldvorming
B
kleuren zien
C
scherpte van het beeld
D
zwart/wit zien

Slide 14 - Quiz

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 15 - Quiz

Harrie loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
alleen de kegeltjes
C
alleen de staafjes
D
geen kegeltjes en geen staafjes

Slide 16 - Quiz

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 17 - Quiz


Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

uitloper zenuwcel
staafje
kegeltje
zenuwcel
blinde vlek
oogzenuw
gele vlek

Slide 19 - Drag question