All Right! - Unit 2

Unit 2   Wales
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 2   Wales

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Lesson 2.1 Crossing Borders
Maak Opdracht 2 t/m 4 online.
Maak 4b op een A4. 
Vraag ernaar bij je docent.



Miner Song
I am a little collier and working underground
The rope will never break when I go up and down
It's bread when I'm hungry
And beer when I'm dry
It's bed when I'm tired
And heaven when I die

Slide 6 - Slide

Lesson 2.2 LISTENING
Leerdoelen:
Je kunt eenvoudige informatie begrijpen.

Study box (lesstof):
WORDS + GRAMMAR

Slide 7 - Slide

2.2 WORDS
  • Bestudeer de WORDS over 'Appearance of things'
    in je Study box op page 80 of in de 'Lesstof' online.

  • Maak Opdracht 1 t/m 4 online.

Alles wat je niet in de les af hebt, is huiswerk
voor de volgende les.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

2.2 GRAMMAR

  • Regelmatige werkwoorden: stam + ed
We walked to school yesterday. (to walk)
(?) Did we walk to school yesterday?
(-) We didn't walk to school yesterday.
  • Onregelmatige werkwoorden: 2e rijtje
I made a new video last weekend. (to make)
(?) Did I make a new video last weekend?
(-) I didn't make a new video last weekend.



to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were
The Past Simple = verleden tijd

Slide 9 - Slide

2.2 GRAMMAR
  • Maak Opdracht 5 t/m 7.  Daar heb je 10 minuten voor.

  • Bespreken Opdracht 5 t/m 7.


timer
10:00
to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were

Slide 10 - Slide

2.2 GRAMMAR
  • Bespreken Opdracht 5 t/m 7 (was huiswerk).

Oefenen met Past Simple (verleden tijd)
in LessonUp 


to be (zijn):
I am  >  I was
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were

Slide 11 - Slide

Welke regel hoort bij de Past Simple (verleden tijd)?
A
ww + s
B
ww + ed
C
ww + ing
D
tweede rijtje van onregelmatige ww.

Slide 12 - Quiz

Welk werkwoord staat in de Past Simple (verleden tijd)?
A
looking
B
runs
C
bored
D
sang

Slide 13 - Quiz

Dus...
Past Simple = verleden tijd
Is in het verleden gebeurd.

Regel:
ww + ed
of
2e rijtje in lijst van onregelmatige ww.

Slide 14 - Slide

Wat is de verleden tijd van het ww?
walk

Slide 15 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
listen

Slide 16 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
change

Slide 17 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
pay

Slide 18 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
drink

Slide 19 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
speak

Slide 20 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
go

Slide 21 - Open question

Maar...

Je moet ook 
vragen (?) en 
ontkenningen (-) 
kunnen maken in 
de verleden tijd.


Slide 22 - Slide

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Brad lived in Amsterdam."

Slide 23 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"I liked maths."

Slide 24 - Open question

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Her parents started a business."

Slide 25 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"They went to Spain."

Slide 26 - Open question

2.2 WORDS & LISTENING
  • Overhoor elkaar voor 5 minuten met WORDS in de 'Lesstof' online of in je boek op p. 80.

  •  Maak Opdracht 8 t/m 11 online. 
    Gebruik oortjes bij de
    luisteropdrachten.
Finished?
  • Oefen WORDS van Lesson 2.1 in de Woordtrainer online of overhoor elkaar.
  • Maak Test Jezelf van Lesson 2.1 en daarna de Oefentoets.

Slide 27 - Slide

Maak de zin ontkennend (-):
"Susan cried last night."

Slide 28 - Open question

Lesson 2.3 SPEAKING
Leerdoelen:
  • Je kunt in het Engels de weg vragen en wijzen.
  • Je kunt in het Engels informatie vragen in begrijpen over reizen en OV.
  • Je kunt in het Engels een gesprek voeren aan een balie.
  • Je kunt in het Engels kort iets omschrijven.

Study box (lesstof):
WORDS + EXPRESSIONS

Slide 29 - Slide

2.3 WORDS & SPEAKING
  • Bestudeer WORDS in de 'Lesstof' online of in je boek op p.81/82.
  •  Maak Opdracht 2 online. 

  • Bestudeer de EXPRESSIONS van
    Lesson 2.3.
  • Maak Opdracht 4 + 5 online.

Finished?
  • Oefen WORDS van Lesson 2.3 in de Woordtrainer online of overhoor elkaar.
  • Zorg dat je alle opdrachten hebt gemaakt van Lesson 2.1 en 2.2.

Slide 30 - Slide

2.3 WORDS & SPEAKING
  • Bestudeer de EXPRESSIONS van Lesson 2.3.
  • Maak Opdracht 4 + 5 online.

  • Ga daarna verder met
    Opdracht 6 + 7  online.

  •  Ga samen met een klasgenoot de 
    EXPRESSIONS doorspreken en overhoor elkaar.
Finished?
  • Oefen WORDS van Lesson 2.3 in de Woordtrainer online of overhoor elkaar.
  • Zorg dat je de Expressions A t/m D kent!

Slide 31 - Slide

Test test!
Overhoor elkaar voor 10 minuten met
Expressions A t/m D.

Log daarna in bij Kahoot.

Test of je de zinnen kent!
timer
10:00

Slide 32 - Slide

Opdracht:
Maak in het Engels een route omschrijving over hoe jij van huis naar school reist. Schrijf minimaal 5 zinnen in Word.
Gebruik Expressions A t/m D.

Lever je route omschrijving in via Teams Opdrachten. Je krijgt een cijfer (telt 1x).

Slide 33 - Slide

Lesson 2.4 READING
Leerdoelen:
  • Je kunt begrijpen waar een korte tekst over gaat.
  • Je kunt korte instructies begrijpen.

Words: cooking and kitchen
Grammar: 's / '

Slide 34 - Slide

2.4 Reading
  • Bestudeer samen WORDS over 'Cooking and kitchen'
    in de 'Lesstof' online van Lesson 4 of blz. 83 in je boek.
  • Daarna overhoren jullie elkaar in twee- of drietallen voor 5 minuten.

  • Bekijk en bespreek klassikaal de tekst van Opdracht 1.
     Wat valt op?

  • Maak Opdracht 1 t/m 4 online.
Finished?
  • Zorg dat je alle opdrachten hebt gemaakt van Lesson 2.1 t/m 2.3
timer
5:00

Slide 35 - Slide

2.4 Grammar
  • Bekijk de video met de klas. Let goed op!!
    Je krijgt uitleg over hoe je bezit 
    aangeeft in het Engels.

  • Maak Opdracht 6 t/m 9 online.
    Gebruik het Grammarblokje bij Opdr. 6 + 7 in je boek
    of scan de QR-code om de video nog een keer te kunnen zien.  
Video kijken? Doe oortjes in!!

Slide 36 - Slide

2.4 Reading
  • Maak Opdracht 11 - lees de tekst klassikaal en bespreek je antwoorden.

  • Maak Opdracht 12 - lees de tekst en maak de opdracht individueel.

LET OP:
Donderdag 16 februari SO Unit 1 - Lesson 2 + 3.
Leren: WORDS, EXPRESSIONS en GRAMMAR.
Ga aan de slag met leren en plannen.
Wat en wanneer moet je leren? 
Hoe ga je leren?

Slide 37 - Slide

2.5 WRITING
Lesdoelen:
  • Je kunt een berichtje schrijven om een afspraak te maken
of af te zeggen.
  • Je kunt een eenvoudige notities maken.

Grammar: Vergelijkingen
Words: Household

Slide 38 - Slide

2.5 WRITING
  • Bestudeer de WORDS 'household' in de Study Box
    op blz. 84 of in de Lesstof online.

  • Maak Opdracht 1 + 2 online.

  • Bestudeer EXPRESSIONS E en 'Afkortingen' in je Study Box op blz. 85
    of in de Lesstof online.
  • Maak Opdracht 3 + 4 - schrijf de zinnen zo volledig mogelijk op!

Dit moet aan het einde van de les allemaal af zijn.
Klaar?
Leer de WORDS 'household' met de Woordtrainer of overhoor elkaar!

Slide 39 - Slide

2.5 Grammar

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

2.5 Grammar
  • Bestudeer het Grammar blokje over 'Vergelijkingen'.
  • Maak Opdracht 6 + 6 + 7 online.
Klaar?
Leer de WORDS 'household' met de Woordtrainer of overhoor elkaar!
Lastig? 
Vraag je klasgenoot of je docent om hulp! 

Slide 42 - Slide

2.5 Words and Expressions
  • Bestudeer WORDS en EXPRESSIONS van Lesson 2.5.
  • Maak Opdracht 8 t/m 11 online.





Unit 2 over Wales is nu klaar. We gaan doornemen wat jullie voor de toets moeten kennen en we gaan de toets plannen!
Klaar?
Leer de WORDS en EXPRESSIONS van Lesson 2.5 met de Woordtrainer of overhoor elkaar!
Lastig? 
Vraag je klasgenoot of je docent om hulp! 

Slide 43 - Slide