H4 Water - Par 2, 3, 8, 9 - Herhaling deel 1

H4 water
Paragraaf 2, 3, 8, 9
Herhaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 water
Paragraaf 2, 3, 8, 9
Herhaling

Slide 1 - Slide

De waterkringloop
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvormig naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water
Oppervlaktewater:
-rivieren (3 soorten)
-zeewater
-meren

Slide 2 - Slide

Waterbalans
Waterbalans: 
Neerslag - verdamping

Slide 3 - Slide

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 4 - Quiz

Natuurlijke oorzaken overstroming
1
2

Slide 5 - Slide

Veel overstromingen
Minder overstromingen

Slide 6 - Drag question

Vernieuwbaar water
Niet-vernieuwbaar water
Vernieuwbaar water = Water dat in het tempo aangevuld wordt waarin het verbruikt wordt.
Niet-vernieuwbaar water = Water dat niet of maar heel langzaam wordt aangevuld, waardoor het opraakt (bijvoorbeeld in een aquifer).

Slide 7 - Slide

Aquifer

Slide 8 - Slide

Stuwdam
Watertekort zorgt voor spanningen tussen verschillende landen:
Turkije bouwt stuwdammen
daardoor krijgt Irak minder water in de rivieren

Wat zijn de voor- en nadelen van een stuwdam?
A
Voordelen:
-hydroelektriciteit
-watervoorziening
B
Nadelen:
-het meer neemt veel ruimte in
-vaak moeten mensen verhuizen voor de aanleg
-veel water verdampt

Slide 9 - Slide

Welk land heeft door de dammen de meeste waterstress?

Slide 10 - Slide

Ontziltingsfabriek
Ontziltingsfabrieken staan alleen in RIJKE  droge landen 

1. er is veel kennis nodig
2. er is veel welvaart nodig

NADEEL: Er is veel energie (CO2) nodig om te ontzilten

Slide 11 - Slide

Polders in soorten en maten
Polder = een door dijken omgeven stukland waarin de waterstand kunstmatig kan worden geregeld.
In Nederland 4 soorten polders:
  1. Zeepolders
  2. Veenpolders
  3. Droogmakerijen
  4. IJselmeerpolders

Slide 12 - Slide

Bodemdaling/Inklinking
Inklinking veen als gevolg van verdroging

Slide 13 - Slide

Dynamische kustbeheer
Dynamische kustbeheer is de natuur zijn gang laten gaan. De zee mag hier en daar inbreken in het duinengebied. Daar waar het nodig is grijpt men in.

Slide 14 - Slide

Dynamisch kustbeheer voorbeeld: zandmotor

Slide 15 - Slide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks: Wordt beschermd door de dijken. Dat is waar mensen wonen
Buitendijks: Daar kan het water "zijn gang gaan"

Slide 16 - Slide

Drietrapsstrategie

Slide 17 - Slide

Je ziet hier grafieken van het regiem van drie rivieren, en een omschrijvingen van het regiem. Welke horen bij elkaar? 
De rivier voert vooral veel water af in de winter
Het meeste water stroomt door de rivier in de lente en de zomer.
Het hele jaar door stroomt er ongeveer evenveel water door de rivier.

Slide 18 - Drag question

Koppel de maatregelen (foto's) met het juiste onderdeel uit de drietrapsstrategie.
VASTHOUDEN
BERGEN
AFVOEREN

Slide 19 - Drag question

Leerdoelenopdracht H4
Zie classroom

Slide 20 - Slide