G3ak4 Grenzen en identiteit H2 (ATM)

Grenzen en identiteit

België als buurland
1 / 22
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grenzen en identiteit

België als buurland

Slide 1 - Slide

Toen België nog 'gewoon' bij Nederland hoorde...
Zo rond 1815...

Slide 2 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen

Slide 3 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Vlaamse gemeenschap
Hier wordt Belgisch-Nederlands (Vlaams) gesproken

Slide 4 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Franse gemeenschap
Hier wordt Frans gesproken

Slide 5 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De Duitse gemeenschap
Hier wordt Duits gesproken

Slide 6 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gemeenschappen
De gemeenschap Brussel is
officeel tweetalig en hoort bij het Franse én het Vlaamse deel!

Slide 7 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gewesten

Slide 8 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Vlaanderen

Slide 9 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Wallonië

Slide 10 - Slide

Hoe België is verdeeld
In gewesten
Brussels
Hoofdstedelijk
Gewest

Slide 11 - Slide

Hoe België is verdeeld
Samengevat

Slide 12 - Slide

Leerdoel: De leerling kan beschrijven hoe België als staat in elkaar zit, wat voor rol taal hier heeft en wat de gevolgen hiervan zijn
Succescriteria
  • Ik weet welke officiële talen er in België gesproken worden
  • Ik weet waar in België welke officiële taal gesproken wordt
  • Ik kan met het begrip territorialiteitsbeginsel uitleggen welke afspraken er in België zijn gemaakt over het spreken van welke taal in welk gebied
  • Ik kan met het begrip taalfaciliteiten uitleggen hoe er in de grensgebieden van de verschillende regio’s in België rekening wordt gehouden met de verschillen in taal.
  • Ik kan uitleggen hoe de Belgische staat is ingericht met de begrippen: federale staat; gewesten; gemeenschappen.

Slide 13 - Slide

§2 Samenwerking met Nederland
  • Tot 1815 onderdeel van het Franse Rijk
  • Daarna: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
  • 1830: opstand België
  • 1839: zelfstandigheid België
  • 1944: oprichting BeNeLux
  • 1951: lidmaatschap EU
  • Nadelen ontgrenzing:
  • Criminaliteit lastiger te bestrijden
  • Concurrentie uit buurlanden kan toenemen.

Slide 14 - Slide

Euregio: grensoverschrijdend samenwerkingsverband

Binnen de EU ongeveer 90 euregio's

Werkzaamheden (taken) verschillen 
sterk per euregio

Slide 15 - Slide

§2 Samenwerking met Nederland
LB - blz. 20 & 21
WB - blz. 22 t/m 24
Opdrachten:
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
Opdracht 8:
W10
Uittreksel § 2

Slide 16 - Slide

§3 Migratie en grensverkeer
Wonen bij de buren
  • Nederlanders gaan wonen in België omdat de huizen er goedkoper zijn
  • Belgen gaan wonen in Nederland voor bijvoorbeeld werk of studie

Slide 17 - Slide

Baarle-Hertog (start).....enclave...of exclave?

Slide 18 - Slide

§3 Migratie en grensverkeer
De haven van Antwerpen (B):
    • Zorg voor het eigen grondgebied ten behoeve van het buurland

    Slide 19 - Slide

    Leerdoel: De leerling kan de geschiedenis van de relatie tussen België en Nederland tussen 1815 en het heden globaal beschrijven.(§2.1)
    Succescriterium: 
    • Ik kan uitleggen hoe België vanaf 1815 via het Franse Rijk bij Nederland kwam; onafhankelijk werd; via de Benelux en de EU veel met Nederland ging samenwerken.


    Slide 20 - Slide

    Leerdoel: De leerling kan het gevolg van leven bij de (open) grens beschrijven, hier de voor- en nadelen van benoemen, met in het bijzonder de Euregio’s.(§2.2 en §2.3)
    Succescriteria
    • Ik kan uitleggen hoe mensen langs de grens leven met behulp van de begrippen grenspendelaar en migranten.
    • Ik kan uitleggen dat er economische activiteiten bij de grens plaatsvinden met behulp van de begrippen import, export en IJzeren Rijn
    • Ik kan uitleggen hoe criminaliteit en concurrentie in een grensregio kunnen toenemen, wanneer er open grenzen zijn.
    • Ik kan uitleggen wat de Euregio is, waarom ze zijn opgericht en hiervan voorbeelden geven. 

    Slide 21 - Slide

    Slide 22 - Video