Wechselpräpositionen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Die Wechselpräpositionen

Slide 2 - Slide

der Tisch (m)
Das Buch liegt auf dem Tisch.
Ich lege das Buch auf den Tisch.


Het boek ligt op de tafel.
Ik leg het boek op de tafel.

Slide 3 - Slide

Welke voorzetsels horen bij welke categorie? Slepen maar!
Präpositionen mit dem Dativ
Präpositionen mit dem Akkusativ
durch 
nach
entgegen
mit
für
ohne
bei
zu
seit
bis
von
um
aus
gegen
gegenüber
außer

Slide 4 - Drag question

Das Programm

- Vorkenntnisse abfragen
- ein bisschen Theorie
- üben, üben, üben
- Puzzel

Slide 5 - Slide

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van een dezelfde situatie, welke naamval krijg je dan?
A
(3e naamval)Dativ
B
(4e naamval)Akkusativ

Slide 6 - Quiz

Wechselpräpostionen: Als er sprake is van een veranderende situatie, welke naamval krijg je dan?
A
(3e naamval)Dativ
B
(4e naamval)Akkusativ

Slide 7 - Quiz

An welch…… Tag haben wir die Prüfung?
A
(3e naamval)Dativ
B
(4e naamval)Akkusativ

Slide 8 - Quiz

Wiederholung 
Die Wechselpräpositionen regieren entweder den Dativ oder den Akkusativ.

Dativ (3e/Derde naamval):  
  • Dezelfde situatie (fotomoment) 
  • wanneer  
Akkusativ: (4e/Vierde naamval)
  • Veranderdende situatie (filmmoment)

Slide 9 - Slide

7 /2 regel:
7 Präpositionen regieren den Dativ > an, hinter, in, neben, unter, vor, zwischen
2 Präpositionen regieren den Akkusativ > auf, über

z.B.
Wir freuen uns auf d... Wochenende.
> wo? wann? wohin? geen antwoord
> figuurlijk letterlijk maken. Geen antwoord
> 7/2 > Akkusativ

Slide 10 - Slide

Kombinationen:
bis + Wechselpräposition (an, auf, hinter, usw.) > Akkusativ
bis vor in einer Zeitbestimmung > Dativ
bis zu > Dativ

Slide 11 - Slide

Der Baum steht neben d…… Haus.
A
(3e naamval)
B
(4e naamval)

Slide 12 - Quiz

Ich schwimme in d…… Wasser.
A
(3e naamval)
B
(4e naamval)

Slide 13 - Quiz

Ich gehe in d…… Kino.
A
(3e naamval)
B
(4e naamval)

Slide 14 - Quiz

Ich schaue über d…… Mauer.
A
(3e naamval)
B
(4e naamval)

Slide 15 - Quiz

Terugblik
- Wanneer 3e naamval
- Wanneer 4e  naamval
- 7/2 regel

Slide 16 - Slide