Week : Word Order & Past Continuous

Word Order & Past Continuous
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EnglishMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Word Order & Past Continuous

Slide 1 - Slide

Today
Homework Review
Grammar 14 & 15
Woordvolgorde
Present Continuous

Slide 2 - Slide

Homework
Candles especially for Men page: 76 TB
Exercises 18, 19

Slide 3 - Slide

Woord volgorde / Present Continuous pg 79 TB

Word order




page 79 TB

Slide 4 - Slide

Woordvolgorde
Woordvolgorde is de manier waarop een Engelse zin opgebouwd is uit woorden.

Je houdt een bepaalde volgorde aan van verschillende woorden en daar vorm je een correcte Engelse zin mee.

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
I - am walking - to school - today.
Wie - doet? - wat? - wanneer?

(Yesterday ) She - bought - a blue dress. 
(wanneer?) - wie? - doet? - wat/wie? - waar? - wanneer?

They - are - usually - at the gym - on Mondays.
wie? - doet? - (hoe vaak)?- wat? - waneer? 


Let op:
Adverbs of Time are: 
and can be placed infront or at the end of a sentence.

Adverbs of Frequecy are:  
and can be placed before the verb or at the beginning>>????/?

Slide 6 - Slide

Woordsoorten
Elk Engels woord hoort bij een woordsoort.
I - we = persoonlijke voornaamwoord
always = bijwoord van frequentie
go to = werkwoord
the = lidwoord
the zoo = plaatsbepaling


Slide 7 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
He - to the market - on - always - Sundays - goes

Slide 8 - Open question

Belangrijke woorden
Bijwoorden van frequentie geven aan hoe vaak iets gebeurt in een zin. Bijvoorbeeld: always, never, sometimes, usually.

Deze woorden staan altijd bij de werkwoorden:
1. bij één werkwoord staan ze ervoor, behalve bij am/are/is/was/were
2. bij twee of meer werkwoorden altijd achter het 1e werkwoord.

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
I always go to the swimming pool on Friday.
They never watch television at home.
He usually drinks a beer in the weekends.

Slide 10 - Slide

Today
Proefwerk Unit 3/4 Revision


Grammar Recap 
Present Continous  and Word Order

Slide 11 - Slide

Error Analysis
I go to school one time in the week.
or 
I go to school once a week.


Slide 12 - Slide

Error Analysis
Rochelle and Matt have  as usual lessons until four o'clock.
Rochelle and Matt have normally lessons untill four o'clock. 

De woordorde is fout.

Regel?? 
Let op:
Adverbs of Time are: 
and can be placed infront or at the end of a sentence.

Adverbs of Frequecy are:  
and can be placed before the verb or at the beginning>>????/?

Slide 13 - Slide

Error Analysis
1. My sister is going to play today indoors because it rains.
2. My sister is playing indoors today because it rains (outside). 
3. My sister  is going to play indoors because of the rain.

  • My sister is going to play indoors today as it is raining.

Slide 14 - Slide

Error Analysis
Present Perfect

> have/ has + voltooid deelwoord
> I have passed the exam.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Tijd en plaats in de zin
* De tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) mag vooraan of achteraan in de zin.
*Je mag de tijd alleen vooraan zetten als dat het belangrijkste in de zin is.

When did you see him? > Yesterday I saw him.

Slide 17 - Slide

Tijd en plaats in de zin.
Eerst komt de plaatsbepaling en dan de tijdsbepaling in de zin.
Ezelsbruggetje: patat - toetje.
plaats - tijd.

I saw him at the supermarket last week.
We went to Mexico two years ago.

Slide 18 - Slide

Oefenen
Exercise 22
page 19 Activitybook B
&
Worksheet Word order
timer
4:00

Slide 19 - Slide

Flash Cards/ Boards
  • I will  give you all a part of a sentence.( a word ) 
  • Work together to arrange a correct English sentence.
  • Stand in the front of the class in the correct order so that the sentence makes sense.
Duplo blokken / Tic tac candy?

Slide 20 - Slide

Verder oefenen....
Exercise 30
page 21 Activity book B
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 22 - Open question

Wat vind ik nog lastig aan de woordvolgorde?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

Present Continuous
De bezigheidsvorm / de duurvorm

To be + verb +ing

" Today we are learning grammar."

Slide 25 - Slide

Present Continuous
Je gebruik de duurvorm om te zeggen 
  • dat iets nu aan de gang is  (of)
  • dat iemand nu iets  aan het doen is

maar ook .....
  • om te praten over afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd/plaats al vast staat.

Slide 26 - Slide

Present Continuous
I am doing the dishes. 

  • persoonvorm  = I
  •  werkwoord 'to be' = am
  • infinitive + ing = doing
  • object = the dishes

Slide 27 - Slide

Present Continuous
Let op: Spelling

  • soms verandert de spelling als je - ing toevoegt.
bij een werkwoord dat eindigt op -e, 
zoals bake, valt die -e weg
bake = baking

Slide 28 - Slide

Present Continuous
Let op: Spelling

  • bij werkwoorden van een lettergreep met een korte klinker zoals stop, sit, run en chat
wordt de medeklinker verdubbeld om de klank te behouden

> stopping , sitting, running, chatting

Slide 29 - Slide

present continuous + not

Slide 30 - Slide

Present continuous or not?

Slide 31 - Slide

Practice / Oefenen
Exercise 27
page 22 Activitybook B
timer
3:00

Slide 32 - Slide

Let's practice together.....
  1. are taking
  2. am studying
  3. is not working
  4. are having
  5. is making up
  6. are meeting

Slide 33 - Slide

Practice
Do exercise 28 & 29 page 22 AB

Slide 34 - Slide

Next Class

Monday 17 April

*Study the onregelmatig werkwoorden on page 163TB*

Next Week

Tuesday 18 April

SO Vocabulary Chapter 5
page 81 - 83
Onregelmatig werkwoorden
1-70

Slide 35 - Slide